LUXEMBURG (dpa-AFX) - Passagiers van door de staat georganiseerde repatriëringsvluchten aan het begin van de Coronapandemie hebben minder hoop op terugbetaling na een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU. Reizigers die met een door de staat georganiseerde vlucht naar huis zijn gebracht, hebben geen recht om geld te eisen van de luchtvaartmaatschappij die hen terug had moeten brengen. Dit bepaalde het Europese Hof van Justitie (HvJ) donderdag in Luxemburg.

In hun uitspraak wezen de rechters van het Hof erop dat alleen commerciële vluchten onder een EU-wet inzake de rechten van luchtreizigers vallen. Hierin staat in welke gevallen passagiers recht hebben op compensatie. Volgens de uitspraak van het HvJ is een retourvlucht georganiseerd door de staat geen commerciële vlucht. Deze kan sterk verschillen - bijvoorbeeld wat betreft de service aan boord. De uitspraak schept een precedent voor nationale rechtbanken in EU-landen, zei een woordvoerster van het HvJ.

De zaak was aangespannen door een Oostenrijks echtpaar wiens terugvlucht van Mauritius naar Wenen werd geannuleerd aan het begin van de pandemie in maart 2020. In plaats daarvan bracht een vlucht georganiseerd door het Oostenrijkse ministerie van Buitenlandse Zaken hen terug. Het koppel moest er 500 euro per persoon voor betalen. De vlucht werd echter uitgevoerd door dezelfde luchtvaartmaatschappij op hetzelfde tijdstip als de vlucht die oorspronkelijk door het koppel was gepland. Het echtpaar was daarom van mening dat ze twee keer hadden moeten betalen voor de terugvlucht en eiste terugbetaling van de betaalde 1000 euro van de luchtvaartmaatschappij.

Het HvJ wees erop dat reizigers in theorie voor nationale rechtbanken de terugbetaling van andere kosten kunnen eisen. Dit zou bijvoorbeeld de prijs van het oorspronkelijke vliegticket kunnen zijn.

In Duitsland lopen momenteel ook rechtszaken over de Corona-retourvluchten. Toen de pandemie uitbrak, organiseerde de Duitse regering een grootschalige repatriëringscampagne: vanaf medio maart werden 67.000 mensen met ongeveer 270 chartervluchten teruggebracht naar Duitsland. Dit kostte ongeveer 95 miljoen euro.

Verschillende toeristen spanden later een rechtszaak aan voor de eigen bijdrage die ze voor deze vluchten moesten betalen. De administratieve rechtbank van Berlijn stelde de federale overheid echter in het gelijk - ze mocht een deel van de kosten terugvorderen van de reizigers. De toeristen gingen in beroep. Meer dan 25 van deze zaken zijn momenteel nog in behandeling bij het Oberverwaltungsgericht Berlijn-Brandenburg.

Het is echter onwaarschijnlijk dat het huidige besluit van het EHJ enige invloed zal hebben op deze zaken, omdat het alleen gaat over mogelijke terugbetalingen door de luchtvaartmaatschappijen, niet over vorderingen tegen de staat.

In ongeveer twee procent van de gevallen wacht de federale overheid meer dan drie jaar na de repatriëring nog steeds op haar geld. In ongeveer 1.200 gevallen zijn aanmaningen of uitvoeringsprocedures nodig, zei het ministerie van Buitenlandse Zaken in antwoord op een vraag van de Deutsche Presse-Agentur. De uitstaande schuld bedraagt momenteel ongeveer 1,03 miljoen euro.

De Duitse Reisvereniging (DRV) wijst erop dat pakketreizen die bij Duitse touroperators hadden geboekt aan het begin van de pandemie op hun kosten werden teruggebracht. Begin april 2020 waren meer dan 250.000 pakketreizigers naar huis gebracht, aldus de vereniging./sza/DP/jha