De raad van bestuur van Greenheart Group Limited heeft bepaald dat de Groep voor het jaar eindigend op 31 december 2019 een aanzienlijke toename van haar nettoverlies verwacht in vergelijking met de overeenkomstige periode vorig jaar. De Groep is van mening dat de aanzienlijke toename van haar nettoverlies toe te rekenen aan de aandeelhouders van de Vennootschap te wijten is aan het volgende: Een niet minder dan 25% jaar-op-jaar daling van de exportinkomsten op free on board basis in de Nieuw-Zeelandse divisie van de Groep, wat voornamelijk te wijten was aan de vertraagde vraag vanuit China, zoals eerder bekendgemaakt in het tussentijdse verslag 2019 van de Groep; Een daling van de non-cash reële waarde winst op plantage bosactiva gelegen in Nieuw-Zeeland met ongeveer HKD 64 miljoen voor het Jaar. De winst werd berekend op basis van de voorlopige waardebepaling op het einde van het jaar, opgesteld door een onafhankelijke taxateur, en die daling van de winst werd voornamelijk veroorzaakt door ongunstige marktomstandigheden en hogere voorspelde vrachttarieven. De daling werd gedeeltelijk gecompenseerd door de wijziging van de disconteringsvoet van 8,0% naar 7,0% voor bepaalde bosbouwactiva.5% voor bepaalde plantagebosactiva in overeenstemming met de lagere discontovoeten die impliciet zijn in recente transacties en ander beschikbaar bewijsmateriaal in 2019; een aanzienlijke neerwaartse aanpassing van de geraamde realiseerbare waarde van bepaalde activa in de business unit West-Suriname, die de gevolgen weerspiegelt van de scherpe daling van de verwachte verkoopprijzen op korte tot middellange termijn, een aanzienlijke vermindering van de timmerhoutproductie als gevolg van een verminderde productie en de wijziging van de bedrijfsstrategie naar de verkoop van boomstammen op stam tegen een vast tarief, in plaats van verdere verwerking tot producten met een hogere waarde, teneinde de activiteiten te stroomlijnen en de onzekerheden te verminderen die worden veroorzaakt door de stijgingen van de exportkosten van boomstammen en de meest recente omstandigheden van de desbetreffende activa. Op basis van de voorlopige waardebepaling aan het einde van het jaar, opgesteld door een onafhankelijke taxateur en rekening houdend met de realiseerbare waarde van de desbetreffende individuele activa, bedraagt de daaruit voortvloeiende voorziening voor een bijzondere waardevermindering, anders dan in geld, ongeveer 187 miljoen HKD.