FireFox Gold Corp. meldt aanvullende analyses van het recente boorprogramma op het Mustajärvi Gold Project in Lapland, Finland, dat voor 100% in handen is van het bedrijf. FireFox rapporteerde eerder haar beste boorinterval tot nu toe van Mustajärvi, een interval van 13,85 meter van boorgat 22MJ006 dat een gemiddelde van 14,39 g/t goud had en slechts 24,2 meter diep in het gat begon.

Een daaropvolgend programma van screen fire assays van het sterk gemineraliseerde interval bevestigde dat de mineralisatie opmerkelijk consistent is, maar de tests identificeerden ook grof goud in één van de monsters. Eén monster van 25,05 tot 26,00 meter diepte gaf een totaal goudgehalte van 439 g/t; Dit monster bevatte 423 milligram grof goud. Dit bonanza-monster maakte deel uit van een veld-duplicaatpaar: Het duplicaat-tweeling bevatte een totaal goudgehalte van 15,85 g/t. Als alle zeefbrandresultaten in het bredere hoogwaardige interval worden opgenomen, zou het gemiddeld 28,74 g/t over 13,85 meter bedragen.

Het grootste deel van het interval vertoonde een uitstekende consistentie tussen de oorspronkelijke vuurproef en de zeefproefwaarden. FireFox werkt samen met zijn consultants en dienstverleners om het grove goud in Mustajärvi beter te begrijpen en te karakteriseren. Als extra onderdeel van zijn kwaliteitsborgingsprogramma wijst FireFox ongeveer 3% van de boormonsters aan als veldduplicaten.

Eén van de veldduplicaten viel binnen dit sterk gemineraliseerde interval. In dit geval wordt de andere helft van de gezaagde kern blind naar het lab gestuurd als controle van de totale variabiliteit van het goud, met inbegrip van de variabiliteit die veroorzaakt wordt door het geologische monstermedium plus de monstervoorbereiding en -analyse. Dit heeft ertoe geleid dat de hele boorkern voor het interval van 0,95 meter in kwestie is verwerkt.

Vandaar de ontdekking dat dit interval een grof goudfragment (een "nugget") bevatte. Inheems goud heeft de neiging kneedbaar te zijn, wat betekent dat het niet vermalen of verkleind kan worden wanneer het verpulverd wordt in een standaard laboratoriumbereidingsprocedure. De "screen fire assay" procedure evalueert deze component van niet-verpulveriseerd materiaal op goud door het volledige monster van 1000 gram door een zeef van 106 micron (Tyler 150 mesh) te laten gaan.

Goud en ander materiaal dat niet voldoende verpulverd is, blijft op de zeef achter, waarna deze hele "plusfractie" wordt gebrandschat, waarbij het goudgehalte in milligrammen wordt aangegeven. Tijdens het brandproces van de zeef hebben de assayers vastgesteld dat er 423 milligram grof goud in het monster zat, een aanzienlijk deel van de 23,2 gram materiaal die in de plusfractie verzameld was. Interessant is dat de fijne fractie van het materiaal, die wel door de zeef ging, constant rond de 16 g/t goud uitwees. Het gewogen gemiddelde van het goud in de fijne fractie plus het goud in de grove fractie resulteert in een berekende totale goudwaarde van het monster van 439 g/t.