Bouygues meldde dinsdag een onverwachte terugkeer naar een positief bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening in het eerste kwartaal, maar ervaart een moeilijk klimaat in de vastgoedsector door inflatie en stijgende rente.

Op de Parijse beurs noteerden de aandelen van het conglomeraat om 08:18 GMT 2,1% lager op €31,09, de grootste daling op de CAC 40, die op hetzelfde moment 0,04% lager noteerde.

De bouw-, telecommunicatie- en mediagroep boekte in het eerste kwartaal een operationele winst van negen miljoen euro, vergeleken met een verlies van 66 miljoen euro een jaar eerder.

Analisten gepolst door het bedrijf hadden een verlies van twee miljoen euro verwacht.

De groep profiteerde van de overname van Equans vorig jaar en van prijsverhogingen om de hoge inflatie tegen te gaan.

Deze overname van de Engie-groep in oktober betekende een strategische verandering voor het familiebedrijf Bouygues, dat wil uitbreiden in energietransitie en -diensten.

De prijsverhogingen hielpen om de kwartaalomzet met 46% j-o-j op te krikken tot €12 miljard, boven de consensusprognose van €11,74 miljard die de groep had afgegeven.

De orderportefeuille van Bouygues Immobilier daalde echter met 20% j-o-j, afgestraft door de afwachtende houding van klanten in het licht van de inflatie en de stijgende rente.

"Bouygues Immobilier heeft met name besloten om de lancering en het aanbod van bepaalde projecten uit te stellen, wat een verdere impact heeft gehad op de voorraad die beschikbaar is voor verkoop en op de reserveringen," aldus de groep.

In haar telecomdochteronderneming wierf Bouygues Télécom tijdens het kwartaal 27.000 mobiele abonnees en 46.000 vaste abonnees aan, cijfers die analisten van JPMorgan "een beetje zwak" vonden.

Bouygues, dat aanwezig is in meer dan 80 landen en ongeveer 200.000 mensen in dienst heeft, bevestigde haar vooruitzichten voor 2023 voor de groep als geheel, met een omzet in de buurt van die van 2022 en een stijging van het bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening.

(Verslag van Diana Mandiá en Michal Aleksandrowicz in Gdansk; Franse versie door Gaëlle Sheehan en Blandine Hénault, bewerkt door Tangi Salaün en Nicolas Delame)