MILAAN (Reuters) - Monte dei Paschi di Siena (MPS) wil de positieve prestaties van de eerste drie maanden, die werden afgesloten met een nettowinst die ver boven de verwachtingen lag, de komende kwartalen vasthouden.

De nettowinst voor de periode januari-maart bedroeg €236 miljoen, ruim boven de marktverwachtingen van €150 miljoen en een sterke stijging ten opzichte van slechts €10 miljoen vorig jaar.

"De nettowinst over het kwartaal bevestigt het nieuwe vermogen van de bank om duurzame rendementen te genereren," zei Lovaglio, die zojuist is bevestigd voor een nieuwe termijn van drie jaar.

"Op basis van de huidige gegevens verwachten we redelijkerwijs dat we deze prestatie in de komende kwartalen kunnen herhalen."

De operationele kosten van Mps daalden met 14% j-o-j tot 53% van de inkomsten, een daling ten opzichte van de 60% van eind december, en liggen al voor op de 57%-doelstelling voor 2026.

De inkomsten uit kredietactiviteiten stegen met 57% j-o-j en overtroffen daarmee de verwachtingen, dankzij de voordelen van hogere rentetarieven. De nettoprovisie-inkomsten stegen ook, met 7% ten opzichte van het vorige kwartaal, dankzij de verkoop van beleggingsproducten.

Volgens de EU-staatssteunregels moet de Schatkist haar 64%-belang in Mps, dat werd verworven bij de redding van de Sienese bank in 2017, afbouwen.

Na het mislukken van een poging tot verkoop aan UniCredit in 2021, overweegt de Schatkist om de aandelen op de markt te verkopen, hoewel toezichthouders een fusie met een sterker bedrijf als de beste oplossing zien.

Sommige bankiers zeggen dat Lovaglio, een voormalige manager van UniCredit, bezig is om de waarde van Mps te maximaliseren. UniCredit en Banco Bpm worden beide als mogelijke partners gezien.

"We kunnen eindelijk beginnen met het genereren van waarde voor al onze aandeelhouders, waardoor de basis wordt gelegd voor een passende waardering van de bank," zei Lovaglio, die de ambitie van Mps bevestigde om dividend uit te keren met de winst van 2024, dus een jaar eerder dan gepland.

Eind maart stond de volledig belaste Common Equity Tier 1-ratio op 14,4 procent, vergeleken met 15,6 procent in december 2022, nadat herziene interne risicomodellen resulteerden in een lager dan verwachte stijging van de risicogewogen activa.

(Vertaald door Luca Fratangelo, redactie Stefano Bernabei)