Europa's grootste hotelgroep Accor heeft donderdag een groter dan verwachte stijging van de jaarlijkse kernwinst geboekt, gestimuleerd door sterke prestaties in al haar markten, en voorspelt een goed 2024, gedreven door grote internationale evenementen.

De sector blijft profiteren van de post-pandemische hausse in vakantiereizen, ondanks de inflatie en de opleving van de recessievrees in Europa, terwijl zakenreizen zich geleidelijk herstellen. Accord zei dat het huidige jaar rijk zal zijn aan internationale evenementen zoals de Olympische Spelen in Parijs en Euro 2024 in Duitsland.

"We hebben een bemoedigende start gemaakt voor 2024, met een stijging in bezettingsgraden en prijzen, die goed standhouden, en hernieuwd vertrouwen in ons vermogen om groei te genereren en te delen," zei CFO Martine Gerow in een gesprek met journalisten.

Accor, dat actief is in meer dan 110 landen, bevestigde haar groeivooruitzichten voor de middellange termijn die in juni waren aangekondigd, inclusief een programma voor het terugkopen van aandelen voor een bedrag van ongeveer 400 miljoen euro ($ 433,52 miljoen) dat in de loop van 2024 van start zal gaan.

Het bedrijf stelde ook een dividend vast van 1,18 euro per aandeel.

Het Midden-Oosten bleef solide prijsstijgingen laten zien, gedreven door de vraag naar vrijetijdsbestedingen, ondanks het conflict in Israël, dat weinig invloed had op de prestaties van Accor in het vierde kwartaal, aldus Gerow.

De uitbater van merken als Ibis en Novotel zei dat de winst voor rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie vorig jaar met 49% steeg tot 1 miljard euro, boven de 986 miljoen euro die analisten verwachtten in een door het bedrijf samengestelde enquête. Dit was de eerste keer dat de kernwinst boven de grens van 1 miljard euro uitkwam.

Accor's omzet per beschikbare kamer, een belangrijke graadmeter voor de prestaties van de hotelsector, steeg in 2023 met 23% ten opzichte van 2022, boven een consensus van 22%. ($1 = 0,9227 euro) (Verslaggeving door Diana Mandiá in Gdansk; Bewerking door Milla Nissi en Muralikumar Anantharaman)