De regelgevende instanties van de EU zullen vanaf vrijdag voorlopige heffingen opleggen aan in China geproduceerde elektrische voertuigen (EV's) die in de Europese Unie worden geïmporteerd, zonder terugwerkende kracht, zeiden ze, waardoor ze represailles uit Beijing riskeren.

De Europese Commissie, die toezicht houdt op het handelsbeleid van de EU, kondigde rechten aan tussen 17,4% en 37,6%, bijna hetzelfde als de rechten die in juni werden bekendgemaakt. De uitvoerende macht maakte aanpassingen nadat bedrijven kleine rekenfouten hadden ontdekt in de oorspronkelijke bekendmaking.

Deze komen bovenop het standaard EU-tarief van 10% voor de invoer van auto's.

WAT ZIJN VOORLOPIGE MAATREGELEN?

Voorlopige rechten kunnen tot maximaal negen maanden na het begin van een EU-antisubsidieonderzoek worden ingesteld als de Commissie concludeert dat zij schade aan de EU-industrie moet voorkomen.

Ze kunnen maximaal vier maanden worden toegepast, waarna de Commissie beslist of ze definitieve rechten, ook wel bekend als definitieve rechten, gaat toepassen. In het geval van EV is de deadline hiervoor 2 november.

Voorlopige rechten worden alleen geïnd als er aan het eind van het onderzoek definitieve rechten worden ingesteld. Als de definitieve rechten lager zijn of niet worden toegepast, worden de voorlopige rechten dienovereenkomstig verlaagd. Tot die tijd eisen de douaneautoriteiten normaal gesproken alleen een bankgarantie van de importeurs.

WAT GEBEURT ER DAARNA?

De Europese Commissie heeft technische besprekingen gevoerd met Chinese ambtenaren en gezegd dat elk onderhandelingsresultaat de schadelijke subsidies effectief moet aanpakken.

Na de aankondiging van de voorlopige rechten in het officiële EU-tijdschrift, waarin het lopende onderzoek en de bevindingen worden beschreven, hebben belanghebbenden zoals China en EV-producenten tot 18 juli de tijd om opmerkingen te maken. Ze kunnen ook een hoorzitting aanvragen.

De Commissie heeft al meer dan 100 vestigingen van autofabrikanten in China en Europa bezocht en het grootste deel van haar onderzoek uitgevoerd.

Haar eindverslag is over het algemeen een bevestiging van haar voorlopige bevindingen, met mogelijke aanpassingen naar aanleiding van ontvangen opmerkingen.

De definitieve rechten zijn vaak iets lager dan de voorlopige rechten, waaruit blijkt dat sommige van deze argumenten worden aanvaard.

Een nieuw element is het verzoek van Tesla aan de Commissie om een afzonderlijk recht voor Tesla te berekenen.

De grootste EV-exporteur van China naar Europa zal een lager tarief willen dan de 20,8% voor bedrijven die hebben meegewerkt aan het onderzoek, een groep waartoe Tesla behoort.

Als alternatief voor rechten kunnen exporteurs zich ertoe verbinden hun producten tegen of boven een minimumprijs te verkopen. Chinese exporteurs gingen tien jaar geleden akkoord met een dergelijke verbintenis in het geval van zonnepanelen. Auto's zijn echter geen basisproducten, dus het is moeilijk in te zien hoe een minimumprijs kan worden toegepast.

WIE BESLUIT?

In het voorlopige stadium heeft de Commissie de volledige bevoegdheid om rechten op te leggen, hoewel zij de EU-leden raadpleegt en geacht wordt rekening te houden met hun standpunten. Zij moeten hun standpunten voor 15 juli indienen.

De EU-leden twijfelen of ze extra heffingen op in China gebouwde elektrische voertuigen zullen steunen, wat duidelijk maakt hoe moeilijk het voor Brussel is om steun te krijgen voor haar grootste handelszaak tot nu toe, nu Peking dreigt met vergeldingsmaatregelen op grote schaal.

Aan het einde van het onderzoek kan de Commissie definitieve rechten voorstellen, die normaal gesproken voor vijf jaar gelden.

Haar voorstel kan worden geblokkeerd als een gekwalificeerde meerderheid van de 27 leden van de Europese Unie tegen is. Een gekwalificeerde meerderheid betekent 15 EU-leden die 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen. In de meeste gevallen is er geen blokkerende meerderheid.

WAT GEBEURT ER NA HET ONDERZOEK?

Elk bedrijf dat geen deel uitmaakt van de steekproefgroep van BYD, Geely en SAIC en dat een individueel recht wil, kan vlak na de instelling van de definitieve maatregelen om een "versneld nieuw onderzoek" vragen. Een dergelijk nieuw onderzoek mag maximaal negen maanden duren.

De Commissie kan ook een "tussentijds nieuw onderzoek" uitvoeren nadat een jaar is verstreken als de maatregelen niet langer nodig zijn of als ze niet volstaan om subsidies tegen te gaan.

De Commissie onderzoekt zelf vaak of producenten rechten ontwijken door onderdelen voor assemblage elders te exporteren. Voor de EU is er sprake van ontwijking als 60% of meer van de waarde van de onderdelen wordt ingevoerd uit het land waarop de rechten van toepassing zijn en als de toegevoegde waarde bij de assemblage niet meer dan 25% bedraagt.

Bedrijven kunnen de maatregelen aanvechten bij het Europese Hof van Justitie. China kan de Europese Unie voor de Wereldhandelsorganisatie dagen. Beide juridische procedures kunnen meer dan een jaar in beslag nemen.