De regering Biden versoepelde vorige week de sancties tegen Venezuela's olie- en financiële sector door nieuwe regels voor zes maanden uit te vaardigen die het verbod op de secundaire handel in Venezolaanse obligaties opheffen en die de door de staat gerunde oliemaatschappij PDVSA toestaan om te verkopen en te exporteren naar de door haar gekozen markten.
De versoepeling kwam als reactie op een overeenkomst die de regering en de oppositie vorige week in Barbados ondertekenden en die onder andere internationale waarnemers toelaat bij de presidentsverkiezingen die gepland zijn voor de tweede helft van 2024.
De koersen van Venezolaanse staatsobligaties verdubbelden een dag na de Amerikaanse aankondiging meer dan, omdat investeerders hoopten op nieuwe schuldherstructureringsovereenkomsten.
Het crediteurencomité, dat investeerders met ongeveer $11 miljard aan obligaties groepeert, zei in een verklaring dat het "erop vertrouwt dat de acties van de Amerikaanse regering en de toezeggingen van de regering Maduro en de Venezolaanse oppositie uiteindelijk zullen leiden tot de ordelijke herstructurering die Venezuela zo hard nodig heeft".
PDVSA, dat meer dan $60 miljard aan schulden heeft, stopte eind 2017 met het betalen van obligatiehouders en verschillende schuldeisers spanden een rechtszaak aan.
De looptijd van de obligaties werd door de assemblee van het land verlengd tot 2028 om verdere rechtszaken tegen te houden.
Kleine fondsen buiten de Verenigde Staten hebben geprobeerd om hun blootstelling aan Venezolaanse obligaties te verhogen in de verwachting dat er opnieuw onderhandeld zal worden.
Volgens een rapport van denktank Chatham House hebben Amerikaanse beleggers ongeveer 50% tot 55% van de staatsobligaties en PDVSA-obligaties in handen, een aantal dat 75% tot 80% bedroeg voordat er in 2019 brede sancties werden ingesteld.
