Gezien het recente nieuws blijft onze introductie van vorige week relevanter dan ooit. Wij vermelden in deze rubriek regelmatig de relatie die bestaat tussen de prestaties van een munt en het monetaire beleid van het betreffende land. De uitspraken van Jerome Powell gevolgd door de vergadering van de ECB hebben de basis gelegd voor een stijging van het valutapaar EUR/USD. Aan de ene kant heeft de voorzitter van de Fed duidelijk een mogelijke verlaging van de beleidsrente tijdens de monetaire beleidsvergadering in juni genoemd. Aan de andere kant vond Christine Lagarde het te vroeg om een renteverlaging te overwegen, hoewel ze de ontwikkeling van de inflatie bemoedigend vond. Met andere woorden, er is een interessant venster van een paar maanden waarin de dollar zijn glans kan verliezen, vooral ten opzichte van de euro (maar ook tegenover het Britse pond).

Zo is het valutapaar EUR/USD uit zijn consolidatiefase gebroken die we sinds het begin van het jaar zagen, dankzij een doorbraak boven 1,0805, en nadert het nu een tussentijdse weerstand op 1,0980 voordat het richting 1,1108 gaat. Het Britse pond loopt voorop en doorbreekt al zijn jaarlijkse hoogtepunten op 1,2800. De grens van 1,2880 staat voor de boeg, daarna gaat het richting 1,309.

Wat betreft de commodity-valuta's volgt de Australische dollar dezelfde trend sinds de doorbraak van 0,6563, met 0,6684 in zicht voordat het richting 0,6853 gaat. De Nieuw-Zeelandse dollar loopt een beetje achter en test momenteel zijn weerstand op 0,6193 die, eenmaal overwonnen, de weg zou vrijmaken naar 0,6347.