Zoals je weet, waren de belangrijkste gebeurtenissen van vorige week de bijeenkomsten van de Amerikaanse en Europese centrale banken. Ze stelden beleggers aan beide zijden van de Atlantische Oceaan niet teleur: de eerste liet haar rente zoals verwacht ongewijzigd, terwijl ze nog wat ruimte hield voor toekomstige renteverhogingen. De tweede verhoogde haar basisrente met 25 basispunten naar 4 % voor de herfinancieringsrente en naar 3,50 % voor de depositorente. Hierdoor wordt het renteverschil tussen de twee continenten kleiner, zoals de onderstaande grafiek laat zien.

Het gevolg is een stijging van de euro, want het renteverschil tussen twee valuta's beïnvloedt direct de trend van het valutapaar. Op dit moment is de EUR/USD door de weerstand van 1,0785/1,0810 gebroken, wat het einde van de consolidatie sinds april bevestigt. Het volgende doel is 1,1068, waarna idealiter de opwaartse druk voortzet.

Niet alleen de euro profiteert van deze opleving, maar ook de Europese regio in het algemeen: het Britse pond bereikt nieuwe jaarlijkse hoogtepunten met 1,3100/88 in het vizier, terwijl de Zwitserse frank sterk blijft onder de 0,9088/9100. Hetzelfde geldt voor de Scandinavische valuta's, met de USD/SEK die terugkeert naar het oude kanaal op 10,72/80, wat de weg vrijmaakt voor een daling naar 10,16.

Alleen de Japanse yen heeft het nog steeds moeilijk tegenover de Amerikaanse dollar, hoewel het valutapaar nu te maken heeft met een weerstandszone op 140,88/142,00. Om meer potentieel richting 146,08 en zelfs de hoogtepunten van 2022 op 151,94 te openen, moet deze zone worden doorbroken.