(ABM FN-Dow Jones) De euro/dollar noteerde dinsdagochtend licht lager en reageerde niet sterk op inflatiecijfers uit de eurozone.

In juni kwam de inflatie uit op 2,5 procent, tegenover 2,6 procent in mei. Dat was ook verwacht. De kerninflatie, voor de Europese Centrale Bank een belangrijke graadmeter, bleef staan op 2,9 procent. Verder bleef de diensteninflatie onverminderd hoog op 4,1 procent.

Inflatie staat bovenaan de agenda tijdens de bijeenkomst van de centrale banken deze dagen in het Portugese Sintra, zo merkte Frank Vranken van Bank Edmond de Rothschild op. 

Dinsdag nemen ECB-voorzitter Christine Lagarde en haar collega van de Federal Reserve Jerome Powell deel aan een paneldiscussie in Sintra.

"Powell heeft de neiging om iets optimistischer te zijn dan de FOMC-consensus over desinflatie", zeiden valutastrategen van ING.

Naast de paneldiscussie in Sintra, zouden ook de Amerikaanse vacaturecijfers die vanmiddag verschijnen, de euro/dollar nog iets in beweging kunnen zetten, aldus ING.

De bank verklaart de dollarsterkte momenteel door de toenemende kans dat Donald Trump in november wordt verkozen als president van de Verenigde Staten. Trump kreeg maandag een gunstige uitspraak van het Hooggerechtshof over de mate van immuniteit tijdens zijn vorige presidentschap, die van mogelijke invloed kan zijn op rechtszaken die nog tegen hem lopen.

De euro/dollar handelde dinsdag aan het einde van de ochtend 0,2 procent lager op 1,0720.

© ABM Financial News; info@abmfn.nl; Redactie: +31(0)20 26 28 999; Disclaimer