Er werden ook sancties aangekondigd tegen twee bedrijven, Mehrsam Andisheh Saz Nik en Dadeh Afzar Arman, die volgens het ministerie van Financiën de individuele verdachten in dienst hadden en dekmantelbedrijven waren voor het cybercommando van de Iraanse Revolutionaire Garde.
Federale aanklagers in Manhattan zeiden dat de bedrijfsdoelwitten voornamelijk defensieaannemers waren die toegang hadden tot geheime informatie, terwijl andere doelwitten een boekhoudkantoor in New York en een horecabedrijf in New York waren.
De aanklagers zeiden dat de verdachten computers met malware infecteerden door gebruik te maken van spearfishing, wat inhoudt dat ontvangers van e-mails worden misleid om op schadelijke links te klikken, en dat ze zich voordeden als vrouwen om het vertrouwen van mensen te winnen.
Bij het accountantskantoor werden meer dan 200.000 accounts van werknemers gecompromitteerd en bij het horecabedrijf meer dan 2.000, aldus de aanklagers. Het vermeende wangedrag vond plaats tussen 2016 en 2021.
"Criminele activiteiten vanuit Iran vormen een ernstige bedreiging voor de nationale veiligheid en economische stabiliteit van Amerika," zei openbaar aanklager Merrick Garland in een verklaring.
De individuele verdachten Hossein Harooni, Reza Kazemifar, Alireza Nasab en Komeil Salmani zijn allemaal midden tot eind 30 en op vrije voeten, zeiden aanklagers.
Elk van hen werd beschuldigd van draadfraude, samenzwering met draadfraude en samenzwering om computerinbraak te plegen. Harooni werd ook beschuldigd van het beschadigen van een beveiligde computer, en Harooni en Nasab werden beschuldigd van verzwarende identiteitsdiefstal.
