Vorige week sloten we deze wekelijkse column over de rentevoeten af met de stelling dat een voortzetting van de ontspanning gepaard zal moeten gaan met een stijging van de S&P 500. Het minste wat we kunnen zeggen is dat we zijn gehoord… Geholpen, uiteraard, door lagere inflatiecijfers dan verwacht. De Amerikaanse kern-CPI kwam immers uit op +4,0 % op jaarbasis tegen een schatting van +4,1 %, terwijl hij op maandbasis stabiel was. In de nasleep van deze publicatie daalde het rendement op de 2-jaars obligatie met 18 basispunten, terwijl de schattingen op een status quo tijdens de vergadering van 13 december nu 100 % bedragen!

Beleggers blijven de Fed tarten

Interessanter is dat beleggers nu inzetten op een renteverlaging vanaf mei 2024, gevolgd door 3 verlagingen tot het einde van het jaar. Het verhaal blijft gericht op een snelle terugkeer van de inflatie onder de doelstellingen van de Fed in de eerste helft van 2024, vergezeld van een goede prestatie van de bedrijfsresultaten. Dit scenario gaat echter in tegen dat van de Fed-leden, die van mening zijn dat de rentevoeten lang genoeg hoog moeten blijven om de inflatiegeest weer in de fles te krijgen. Een te snelle versoepeling van het monetaire beleid zou immers leiden tot een razendsnelle heropleving van de prijsstijgingen, die dan bestreden zou moeten worden met nog drastischer maatregelen dan nu.

Dat gezegd zijnde, waarom denkt de markt dan dat de Fed bluft?

Het voortzetten van een restrictief monetair beleid heeft niet alleen gevolgen voor de economie. Het leidt ook tot een aanzienlijke verzwaring van de kosten van de Amerikaanse schuld en de betalingsbalans van de Fed zelf. De markt denkt dus dat de Federal Reserve haar restrictieve positie niet lang zal kunnen volhouden en snel zal worden ingehaald door de realiteit, vooral in een verkiezingsjaar.

In afwachting daarvan is het rendement op de 10-jarige obligatie erin geslaagd zijn stijgende dynamiek, die sinds april vorig jaar aan de gang was, te doorbreken met een verwachte terugkeer naar de 4,10 %. De Duitse Bund test momenteel een kanaalbodem op 2,60 %, waarvan de doorbraak de komende maanden de weg zou openen naar 2,18 %. De eerste weerstand ligt rond de 2,77 %, het niveau van het 34-daags voortschrijdend gemiddelde, terwijl de belangrijkste weerstand op 3,01 % ligt.

Taux

Bron: Bloomberg