Het begrotingstekort van Rusland is in oktober verder gedaald dankzij hogere olieprijzen, een zwakke roebel en een instroom van driemaandelijkse belastingbetalingen, aldus het ministerie van Financiën op dinsdag.

Het tekort voor de eerste 10 maanden van het jaar bedroeg 1,24 biljoen roebel ($13,45 miljard), of 0,7% van het bruto binnenlands product (BBP), vergeleken met 1,70 biljoen roebel of 1% van het BBP een maand eerder.

De inkomsten uit olie en gas stegen in oktober met 27,5% ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar, hoewel ze voor de eerste 10 maanden van het jaar 26,3% lager waren dan in dezelfde periode van 2022.

President Vladimir Poetin heeft herhaaldelijk opgeschept over de veerkracht van de Russische economie ondanks de westerse sancties, waaronder een bovengrens voor de prijs van Russische olie.

Maar een sterke stijging van de uitgaven in verband met de oorlog in Oekraïne heeft de regering gedwongen om te bezuinigen op andere onderdelen van de begroting, zoals gezondheidszorg en onderwijs. Volgens de ontwerpplannen die in september werden gepubliceerd, zullen de defensie-uitgaven in 2024 bijna een derde van de totale begrotingsuitgaven uitmaken.

De huidige begrotingswet voor 2023 voorziet in een tekort van 2,93 biljoen roebel, oftewel 2% van het BBP.

Het tekort wordt gefinancierd door binnenlandse leningen en fondsen uit het Nationaal Welzijnsfonds (NWF), waaruit sinds het begin van het jaar 559 miljard roebel is uitgegeven.