De olieprijzen liepen maandag iets op en verlengden hun winst voor een tweede sessie, nadat de Amerikaanse inspanningen om de strategische reserves aan te vullen enige steun boden, hoewel de bezorgdheid over het overaanbod van ruwe olie en de zwakkere groei van de vraag naar brandstoffen volgend jaar aanhield.

Brent crude futures stegen 11 cent, of 0,2%, naar $75,95 per vat tegen 0119 GMT, terwijl Amerikaanse West Texas Intermediate crude futures op $71,30 per vat stonden, een stijging van 7 cent, of 0,1%.

Beide contracten stegen vrijdag met meer dan 2%, maar daalden voor de zevende week op rij, hun langste reeks van wekelijkse dalingen sinds 2018, op aanhoudende zorgen over overaanbod.

De recente prijszwakte trok de vraag uit de VS aan, die tot 3 miljoen vaten ruwe olie hebben gezocht voor de Strategic Petroleum Reserve (SPR) voor levering in maart 2024.

"We weten dat de regering Biden in de markt is om de SPR bij te vullen, wat steun zal bieden," zei IG-analist Tony Sycamore in een notitie, en hij voegde eraan toe dat de prijzen ook worden gesteund door technische grafiekindicatoren.

Ondanks dat de Organization of the Petroleum Exporting Countries en bondgenoten, samen OPEC+ genoemd, beloofd hebben om in het eerste kwartaal 2,2 miljoen vaten per dag (bpd) te reduceren, blijven beleggers sceptisch over een daling van het aanbod, omdat de productiegroei in niet-OPEC-landen volgend jaar tot een overaanbod zou leiden.

RBC Capital verwacht een voorraadafname van 700.000 bpd in de eerste helft, maar slechts 140.000 bpd voor het hele jaar.

Uit de laatste gegevens van de consumentenprijsindex van China, 's werelds grootste olie-importeur, bleek dat de deflatoire druk toeneemt omdat de zwakke binnenlandse vraag twijfel zaait over het economisch herstel.

Chinese functionarissen beloofden vrijdag dat ze de binnenlandse vraag zouden stimuleren en het economisch herstel in 2024 zouden consolideren en versterken.

Deze week kijken beleggers uit naar richtlijnen voor het rentebeleid tijdens vergaderingen van vijf centrale banken, waaronder de Federal Reserve, en naar gegevens over de Amerikaanse inflatie, voor hun invloed op de wereldeconomie en de vraag naar olie.