De Nobelprijswinnaar verzekerde zich van een beslissende verkiezingsoverwinning, met resultaten van de peilingen van dinsdag waaruit bleek dat hij 62,09% van de stemmen had, ver voor zittend president Francisco "Lu Olo" Guterres, op 37,91%, nadat alle stemmen geteld waren, volgens de gegevens van het verkiezingsbureau.
"Waar het mij om gaat is de dialoog met alle partijen die in het parlement zitten, om te proberen een nieuw klimaat van samenwerking te scheppen dat gezonder is voor het eigen imago van het parlement in de ogen van de kiezers," vertelde Ramos-Horta, 72, aan het persbureau Lusa toen woensdag de stemmen geteld werden.
Ramos-Horta is een van de bekendste politieke figuren van Oost-Timor, en was president tussen 2007 en 2012, toen hij de moordaanslag door rebellenwapens overleefde.
Ramos-Horta werd in 1949 in Dili geboren als zoon van een Timorese moeder en een Portugese vader, die uit het koloniale Portugal waren uitgewezen omdat ze tegen de dictatuur van Salazar in opstand waren gekomen. Hij was tientallen jaren de verbannen woordvoerder van de Oost-Timorese guerrillastrijders die tegen de bezetting door het naburige Indonesië vochten.
Hij werd verschillende keren in ballingschap gedwongen wegens zijn rol in de onafhankelijkheidscampagne, maar in 1996 kreeg hij samen met de katholieke priester Carlos Belo de Nobelprijs voor de Vrede voor hun werk om een vreedzame oplossing te vinden voor het conflict in Oost-Timor, ook bekend als Timor Leste.
Toen de natie van een half eiland met 1,3 miljoen inwoners in 2002 volledig onafhankelijk werd, na een korte periode van bestuur door de V.N., werd Ramos-Horta minister van Buitenlandse Zaken, een functie die hij bekleedde tot 2006, toen hij tot eerste minister werd benoemd.
Als lid van een coterie van de zogenaamde guerrillageneratie van Oost-Timor's onafhankelijkheidsleiders, werd hij in 2007 tot de tweede president van het land gekozen.
Een jaar later overleefde Ramos-Horta een moordaanslag, waarbij hij ernstig gewond raakte toen hij door rebellen in een hinderlaag werd gelokt toen hij naar zijn woning terugkeerde.
Hij herstelde en diende de rest van zijn ambtstermijn uit.
Ramos-Horta heeft gezegd dat hij zich gedwongen voelde om zich dit jaar kandidaat te stellen voor het presidentschap, omdat de voormalige guerrillastrijder Lu Olo volgens hem "zijn bevoegdheden had overschreden" door te weigeren meer dan een half dozijn ministers te beëdigen na de laatste parlementsverkiezingen in 2018.
Dat besluit leidde tot een politieke impasse. Ramos-Horta heeft gezegd dat het land een "politieke aardbeving" kan verwachten als hij wordt verkozen en dat hij zou overwegen gebruik te maken van zijn presidentiële bevoegdheden om het parlement te ontbinden en vervroegde algemene verkiezingen uit te schrijven.
Oost-Timor worstelt al jaren met vlagen van instabiliteit, politieke regeneratie en de uitdaging om zijn van olie en gas afhankelijke economie te diversifiëren.
