De maatregel zou wetten verbieden die "abortus verbieden, bestraffen, vertragen of beperken vóór de levensvatbaarheid of wanneer dit nodig is om de gezondheid van de patiënt te beschermen, zoals bepaald door de zorgverlener van de patiënt". Abortussen zijn momenteel illegaal na 15 weken in Florida.
De maatregel had vrijdagmiddag 911.086 handtekeningen ontvangen, bijna 20.000 meer dan het vereiste aantal om naar de kiezers te gaan, volgens de verkiezingsafdeling van de staat.
Florida is een van de staten waar reproductieve-rechtengroeperingen handtekeningen hebben verzameld om soortgelijke referenda op het stembiljet te krijgen in november, wanneer de presidentsverkiezingen de nationale verkiezingen zullen domineren.
Grondwetswijzigingen in Florida moeten met minstens 60% van de stemmen worden aangenomen, een hoger percentage dan welke abortusmaatregel dan ook in de hele staat tot nu toe heeft behaald.
Sinds het Amerikaanse Hooggerechtshof in 2022 besloot om de uitspraak Roe v. Wade uit 1972 te herroepen en een landelijk recht om zwangerschappen te beëindigen, hebben maatregelen voor abortusrechten overal gewonnen, zelfs in conservatieve staten.
Bij de lokale verkiezingen van afgelopen november keurden de kiezers een grondwetswijziging goed die abortusrechten vastlegt in Ohio, een staat die bij de verkiezingen van 2020 met een marge van 8 procentpunten op de Republikein Donald Trump stemde.
Hoewel het amendement over abortusrechten in Florida nu de nodige handtekeningen heeft om in november op het stembiljet te komen, zou het conservatieve Hooggerechtshof van de staat het kunnen tegenhouden door een uitspraak ten gunste van de openbare aanklager Ashley Moody, die de taal in het voorgestelde amendement als te breed en te open heeft bestempeld.
In een juridische brief die Moody in oktober indiende, worden de voorstanders van de maatregel beschuldigd van het "uitwissen" van overheidsbemoeienis met abortussen, waardoor "het bijna-equivalent van abortus op verzoek in de staat Florida" ontstaat.
De zaak staat gepland voor een pleidooi op 7 februari, volgens de rechtbankgegevens.
