Loekasjenko zegt dat aanvallers concertzaal eerst naar Wit-Rusland gingen, in tegenspraak met Poetin

De president van Wit-Rusland, Alexander Loekasjenko, zei dinsdag dat de schutters die vrijdag het concertgebouw Crocus City Hall in Moskou aanvielen, aanvankelijk probeerden naar Wit-Rusland te vluchten, en niet naar Oekraïne, zoals Russische functionarissen, waaronder president Vladimir Poetin, hebben beweerd.

Poetin zei dat Oekraïne een "venster" had voorbereid voor de aanvallers om de grens - momenteel een oorlogsgebied - over te steken.

Oekraïne heeft heftig ontkend erbij betrokken te zijn, maar twee van Poetins machtigste bondgenoten, de voorzitter van de Veiligheidsraad Nikolai Patrushev en het hoofd van de staatsveiligheidsdienst FSB, Alexander Bortnikov, hebben dinsdag allebei direct Kiev de schuld gegeven van de aanval, zij het zonder enig bewijs te leveren.

Loekasjenko, een nauwe bondgenoot van Poetin, vertelde journalisten echter dat de Wit-Russische en Russische veiligheidsdiensten hun acties hadden gecoördineerd toen de auto van de verdachten vanuit Moskou zuidwestwaarts vluchtte naar de regio Bryansk, die zowel aan Oekraïne als Wit-Rusland grenst, waar de auto werd aangehouden.

Hij zei dat Wit-Rusland snel controleposten aan de grens had opgezet.

"Daarom konden ze Wit-Rusland niet in. Ze zagen dat, dus keerden ze om en gingen naar het gebied van de Oekraïens-Russische grens," zei hij volgens een citaat van het staatspersbureau BelTA.

"Poetin en ik hebben een dag niet geslapen," voegde hij eraan toe. "Bortnikov zei dat Rusland wist dat Oekraïne islamitische militanten trainde in het Midden-Oosten.

Amerikaanse functionarissen hebben gezegd dat de Verenigde Staten over inlichtingen beschikken die bevestigen dat Islamitische Staat de verantwoordelijkheid voor de aanslag opeist. Poetin zelf heeft erkend dat islamitische militanten de aanslag hebben uitgevoerd, maar zegt dat hij wil weten wie de opdracht heeft gegeven.