Met zes casino's verspreid over het land, dat maar een tiende van de grootte van Londen is, wordt het microstaatje door gokkers wel het "Las Vegas van de Alpen" genoemd.

Argumenten die pleitten voor een verbod op zaken als gokverslaving en mogelijke schade aan de reputatie van het rijke land werden echter krachtig van tafel geveegd, aangezien 73% van de stemmers het verbod verwierp en 27% het steunde, met een opkomst van 70%, volgens de officiële telling die online is gepubliceerd.

Het referendum, en de handtekeningen die nodig waren om het in gang te zetten, werden bewerkstelligd door de pressiegroep IG Volksmeinung, opgericht om de "casino vloed" te bestrijden.

Zij beweren dat de opkomende industrie een nationaal imago dreigt aan te tasten waaraan de staat hard heeft gewerkt om het te herstellen. Het land stond op een internationale zwarte lijst van belastingparadijzen totdat het meer dan tien jaar geleden begon met het versoepelen van de wetten op het bankgeheim.

Voorafgaand aan de stemming sprak de prins van het land zich uit tegen het verbod, net als de regering, die zei dat de gokindustrie een belangrijke bron van inkomsten is en stelde dat een verbod een te drastische maatregel was om problemen zoals gokverslaving aan te pakken.