Kardinaal Angelo Becciu is een van de 10 beklaagden die beschuldigd worden van fraude, afpersing, witwassen, verduistering en andere misdrijven, die meestal verband houden met de aankoop door het Vaticaan van een luxe gebouw in Londen voor 350 miljoen euro (400 miljoen dollar) in 2018.

Hij en alle anderen ontkennen enig vergrijp.

"Ik ben voorafgegaan door een ongekend bloedbad in de media, voorgesteld als de slechtste der kardinalen ... beschreven als een corrupt man, hebzuchtig naar geld, ontrouw aan de paus, alleen begaan met het welzijn van mijn familieleden," zei Becciu in een openingsverklaring.

De 73-jarige noemde alle beschuldigingen absurd, grotesk en monsterlijk. Hij zei dat hij "nooit gewild heeft dat een euro, ja zelfs geen cent" van het geld dat hij voor het Vaticaan beheerde "verduisterd, misbruikt of gebruikt zou worden voor doeleinden die niet uitsluitend institutioneel waren".

Becciu, eens een machtige Vaticaanse machtsmakelaar, was de eerste verdachte die getuigde in het proces, dat in juli begon maar maandenlang vastliep in inleidende betogen.

Als soevereine staat heeft het Vaticaan zijn eigen rechtssysteem. Het proces vindt plaats in een geïmproviseerde rechtszaal in de Vaticaanse Musea, omdat de gewone rechtszaal te klein is voor alle beklaagden en advocaten.

De vragen van Giuseppe Pignatone, de voorzitter van een tribunaal met drie rechters, spitsten zich toe op beschuldigingen dat Becciu Vaticaans geld zou hebben helpen doorsluizen naar liefdadigheidsorganisaties die door zijn familie op hun geboorte-eiland Sardinië werden gerund.

Becciu werd gevraagd naar een lening van 130.000 euro die een liefdadigheidsinstelling - geleid door zijn broer en die Vaticaans geld had ontvangen - aan een vriend van de familie Becciu op Sardinië had verstrekt.

De kardinaal zei dat hij op dat moment niet van de lening wist en er pas later in de media achter kwam.

Pignatone vroeg Becciu ook of hij zou blijven beweren dat het "pontificale geheim", vergelijkbaar met het staatsgeheim, het hem onmogelijk zou maken om vragen over medegedaagde Cecilia Marogna te beantwoorden.

Becciu zei dat hij zich nog steeds op dat recht zou beroepen, tenzij de Vaticaanse autoriteiten zouden besluiten het op te heffen.

Marogna, 42, werkte in 2018-2019 voor Becciu en wordt beschuldigd van verduistering. Zij ontving 575.000 euro (640.000 dollar) van het Staatssecretariaat, volgens de 500 pagina's tellende aanklacht die in juli jl. werd uitgegeven.

Het Secretariaat van Staat is het belangrijkste departement van het Vaticaan. Het beheert zijn diplomatie, het bestuur de wereldwijde katholieke kerk, en de Vaticaanse bureaucratie.

Als zelfbenoemd geheim agent heeft zij gezegd dat zij het geld van het Vaticaan gebruikte om ontvoerde missionarissen in Afrika losgeld te betalen. Maragona, die ook van Sardinië afkomstig is, heeft de beschuldiging ontkend dat zij een deel van het geld heeft gebruikt om luxegoederen te kopen.

Pignatone oordeelde dat de rechtbank het Staatssecretariaat zou vragen te beslissen of het pontificale geheim kon worden opgeheven.

Het proces werd verdaagd tot 30 maart.