De Overseas Security Assistance (OSA) van Japan zal los staan van het Overseas Development Assistance (ODA)-programma waarmee decennialang wegen, dammen en andere civiele infrastructuurprojecten zijn gefinancierd, zei Chief Cabinet Secretary Hirokazu Matsuno tijdens een persconferentie.

"Door hun veiligheids- en afschrikkingscapaciteiten te vergroten, is OSA erop gericht onze veiligheidssamenwerking met deze landen te verdiepen en een wenselijke veiligheidsomgeving voor Japan te creëren", aldus een verklaring van het ministerie van Buitenlandse Zaken op woensdag.

De hulp zal niet worden gebruikt om dodelijke wapens te kopen die de ontvangende landen zouden kunnen gebruiken in conflicten met andere landen, in overeenstemming met de drie beginselen die de wapenexport regelen, aldus de verklaring.

De Filippijnen en Bangladesh zijn waarschijnlijk de eerste ontvangers van de hulp, aldus een regeringsbron die betrokken is bij de besprekingen tegenover Reuters.

Japan overweegt radars te leveren aan de Filipijnen om hen te helpen de Chinese activiteiten in de betwiste Zuid-Chinese Zee in de gaten te houden, en overweegt ook Fiji en Maleisië als mogelijke ontvangers van de hulp, meldde de krant Yomiuri maandag.

In principe komen alleen ontwikkelingslanden in aanmerking voor de hulp, aangezien deze wordt verstrekt in de vorm van subsidies, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het besluit om de internationale hulp uit te breiden tot militair gerelateerde projecten volgt op de aankondiging van Japan in december dat het zijn militaire uitgaven binnen vijf jaar zal verdubbelen om de groeiende militaire macht van China in Azië tegen te gaan.