Internationale gezant van Bosnië legt besluit op over financiering algemene verkiezingen

De internationale gezant van Bosnië, Christian Schmidt, heeft een besluit opgelegd over de financiering van de algemene verkiezingen op 2 oktober, nadat de centrale regering niet voldoende middelen had uitgetrokken voor het houden van de stemming, zei hij op dinsdag.

"Het is mij duidelijk dat de geplande toewijzing noch toereikend, noch uitvoerbaar is," vertelde Schmidt, een voormalig Duits politicus, op een persconferentie. "Er moet dringend voor gezorgd worden dat de verkiezingen op tijd kunnen worden gehouden."

Volgens het vredesakkoord van Dayton, dat een einde maakte aan de oorlog van 1992-95 in Bosnië, is de internationale Hoge Vertegenwoordiger de uiteindelijke uitlegger van de grondwet, die deel uitmaakt van het vredesakkoord, en mag hij wetten veranderen en obstructieve ambtenaren ontslaan.

Begin mei heeft de staatskiescommissie (CIK) de presidents- en parlementsverkiezingen uitgeschreven voor 2 oktober en de autoriteiten meegedeeld dat zij 12,5 miljoen Bosnische marka (6,8 miljoen dollar) nodig had om uiterlijk half mei met de voorbereidingen te beginnen.

Na veel vertraging stemde de centrale regering er maandag mee in haar 9,7 miljoen marka te lenen.

Na de verwoestende oorlog tussen de Bosnische Serviërs, Kroaten en Bosniakken werd Bosnië opgedeeld in twee autonome gebieden, de door Bosniakken en Kroaten gedomineerde Federatie en de door de Serviërs gedomineerde Servische Republiek, die via een zwakke centrale regering met elkaar verbonden zijn.

Het besluit over de financiering van de stemming werd tegengehouden door Servische en Kroatische politici, waarbij de laatsten ongelukkig waren dat wijzigingen in de verkiezingswet, die hun het alleenrecht zouden geven om hun politieke vertegenwoordigers te kiezen, niet werden aanvaard.

Minister van Financiën Vjekoslav Bevanda van de grootste Kroatische HDZ-partij had procedurele redenen aangevoerd om de financiering uit te stellen. Maandag zei hij dat de regering CIK 9,7 miljoen marka zou lenen om de stemming te organiseren, waarbij hij weigerde te motiveren waarom het bedrag lager was dan gevraagd.

Schmidt zei dat hij een bevel had uitgevaardigd dat het oorspronkelijk gevraagde bedrag aan CIK zou worden toegekend, waardoor het vorige regeringsbesluit in feite zou worden vervangen en een systematische oplossing zou worden ingevoerd voor soortgelijke situaties in de toekomst.

"Ik ... moedig allen in dit land aan om een instemming te vinden dat verkiezingen geen schenkingen van de partijen aan het volk zijn, maar het grondrecht van het volk om te stemmen en zijn mening te geven," zei Schmidt.