Het kabinet van premier Viktor Orban heeft, onder verwijzing naar de gevolgen van de oorlog in buurland Oekraïne, eerder deze maand de voorschriften voor de houtkap versoepeld, een maatregel die volgens activisten en oppositiepartijen de ontbossing zou kunnen versnellen en het milieu zou kunnen schaden.

Hongarije is voor het grootste deel van zijn energie afhankelijk van Rusland en Orban heeft hard gelobbyd voor een vrijstelling van de sancties van de Europese Unie op de invoer van Russische ruwe olie, terwijl hij de uitvoer van brandstoffen, waaronder brandhout, uit Hongarije heeft verboden.

"Dit is onze gemeenschappelijke toekomst. Wij voelen allemaal de gevolgen van de klimaatverandering op onze huid en het kappen van bomen zal het alleen maar erger maken," zei demonstrant Fanni Fodor.

De manifestatie was bijeengeroepen door de groene liberale LMP-partij, die vijf oppositieleden heeft in het 199 leden tellende parlement.

De regering zegt dat Hongarije 3,5 miljoen kubieke meter brandhout per jaar kan produceren en dat de versoepeling van de regels nodig was in verband met een stijging van de vraag, die voor een deel veroorzaakt wordt doordat Orban zijn beleid van subsidiëring van energierekeningen van huishoudens aan banden legt.

De vraag naar kachels die vaste brandstoffen gebruiken, waaronder steenkool en brandhout, is gestegen tot bijna 12 maal het niveau van juli vorig jaar, nadat de subsidies op de energierekeningen waren aangescherpt, zei de onlinedetailhandelaar eMAG eerder deze maand.

De regering zegt dat de houtkap alleen zal worden opgedreven in geval van nood aan de aanbodzijde. Sommige milieugroepen hebben echter al alarm geslagen.

"De versoepeling van de voorschriften in het regeringsdecreet is zo substantieel, dat zij alleen op gelijke voet staat met die welke in de 20e eeuw onder nog kritischer omstandigheden zijn doorgevoerd," zei Laszlo Galhidy, een ambtenaar van het WWF Hongarije, in een verklaring.

"De Hongaarse bossen moeten nog volledig herstellen van die gevolgen."