Het EU-agentschap voor voedselveiligheid (EFSA) heeft woensdag gewaarschuwd voor een grootschalige vogelgrieppandemie als het virus overdraagbaar wordt tussen mensen, omdat mensen geen immuniteit hebben tegen het virus.

Dit komt een dag nadat Texas meldde dat de H5N1-stam van vogelgriep, beter bekend als vogelgriep, was ontdekt bij een persoon die contact had met melkkoeien die vermoedelijk besmet waren met het virus.

De verspreiding van vogelgriep is een bron van zorg voor overheden en de pluimvee-industrie vanwege de verwoesting die het kan aanrichten bij kuddes en het risico op overdracht op mensen.

Het aantal uitbraken van vogelgriep is dit seizoen tot nu toe lager geweest, maar de griep heeft zich geografisch verspreid, waaronder naar Antarctica, en naar een toenemend aantal zoogdieren, waardoor het risico toeneemt dat de griep zich ontwikkelt tot een grotere bedreiging voor mensen.

Tot nu toe is er geen aanhoudende overdracht van mens op mens waargenomen en overdracht van vogelgriep van besmette dieren op mensen is zeldzaam.

Deze virussen blijven zich echter wereldwijd ontwikkelen en met de migratie van wilde vogels kunnen nieuwe stammen met potentiële mutaties voor aanpassing aan zoogdieren worden geselecteerd, aldus de EFSA.

"Als aviaire A(H5N1)-influenzavirussen het vermogen krijgen om zich efficiënt onder mensen te verspreiden, zou grootschalige transmissie kunnen plaatsvinden vanwege het gebrek aan afweerstoffen tegen H5-virussen bij mensen," aldus de EFSA in een rapport.

Tussen januari 2003 en 26 februari van dit jaar werden wereldwijd 887 gevallen van besmetting van mensen met H5N1 vogelgriep gemeld, aldus het laatste rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Hiervan waren er 462 dodelijk, wat neerkomt op een percentage van 52%.

De meeste gevallen bij mensen werden ontdekt bij mensen die onbeschermd waren blootgesteld aan ziek of dood pluimvee, levende pluimveemarkten of een besmette omgeving.

Wilde zoogdieren kunnen als bruggastheer fungeren tussen wilde vogels, huisdieren en mensen, aldus de EFSA. Gezelschapsdieren, zoals katten die in huishoudens leven en toegang hebben tot de buitenlucht, zouden ook een potentieel middel voor overdracht kunnen zijn, voegde de EFSA eraan toe.

Naast het pluimvee en de melkkoeien die in de Verenigde Staten zijn gemeld, zijn ook geiten, katten, vossen, wasberen, stinkdieren, ijsberen, grizzlyberen en zeeolifanten door het virus getroffen zoogdieren.

De EFSA riep op tot verbeterd toezicht voor mens en dier, het garanderen van toegang tot snelle diagnoses, het bevorderen van samenwerking tussen de dierlijke en menselijke sectoren en het implementeren van preventieve maatregelen zoals vaccinatie. (Verslaggeving door Sybille de La Hamaide; Bewerking door Alison Williams)