Dit was het "middenscenario" dat Lane donderdag tijdens een vergadering van de Raad van Bestuur in Parijs presenteerde, uren nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen en terwijl de ECB worstelt met de vraag hoe de crisis haar plannen om de monetaire stimuleringsmaatregelen in te trekken kan beïnvloeden.

Lane presenteerde ook een ernstig scenario waarin het BBP met bijna 1% daalt en een mild scenario waarin de gebeurtenissen in Oekraïne geen gevolgen hebben voor het 19-landen valutablok, wat volgens de bronnen nu onwaarschijnlijk wordt geacht.

Eén bron beschreef de ramingen als "back-of-the-envelope"-berekeningen, een andere zei dat zij "zeer voorlopig" waren en een derde zei dat zij vooral waren afgeleid van de grondstoffenprijzen.

Alle bronnen zeiden dat Lane meer verfijnde prognoses zou voorleggen aan de beleidsvergadering van de ECB op 10 maart, waarop zij naar verwachting een besluit zal nemen over de toekomst van haar reeds lang bestaande programma voor de aankoop van activa (Asset Purchase Programme - APP). Zij heeft al gezegd dat zij na maart zal stoppen met het aankopen van nieuwe obligaties in het kader van een pandemische noodregeling.

Lane presenteerde geen nieuwe inflatieprognoses, maar hij vertelde de vergadering van donderdag wel dat de prognose voor 2022 aanzienlijk zou worden verhoogd, terwijl hij liet doorschemeren dat de ramingen aan het eind van de horizon nog steeds onder het streefcijfer van 2% van de ECB zouden kunnen liggen.

Een woordvoerder van de ECB weigerde commentaar te geven. Tijdens een persconferentie later op vrijdag zei Lagarde dat het "voorbarig" was om het precieze effect van het conflict op de economie te beoordelen.

De prognosehorizon van de ECB strekt zich momenteel uit tot 2024.

De inflatie- en groeiprognoses zullen van cruciaal belang zijn om te bepalen of de ECB de APP kan afbouwen en zo de weg vrijmaken voor haar eerste renteverhoging in meer dan een decennium.

De Griekse centrale bankpresident Yannis Stournaras, die bekend staat als voorstander van lagere rentetarieven, zei tegen Reuters dat de ECB ten minste tot het eind van het jaar obligaties moet blijven kopen om de gevolgen van de Oekraïne-crisis op te vangen.

Zelfs zijn havikistische Oostenrijkse collega Robert Holzmann zei dat de gebeurtenissen in Oekraïne de stopzetting van de stimuleringsmaatregelen door de ECB kunnen vertragen.

De inflatie in de eurozone is uitzonderlijk hoog geweest en bereikte in januari 5,1%, en veel economen verwachten dat de stijgingen van de energie- en voedselprijzen als gevolg van de Oekraïne-crisis een verdere stijging zullen aanjagen.

In Frankrijk, de op één na grootste economie van de eurozone, kwam de consumentenprijsindex in een voorlopige lezing uit op een hoger dan verwachte 4,1%.

Tot voor kort verwachtten de beleggers dat de ECB haar obligatieaankopen zou beëindigen en de rente in december met 50 basispunten zou verhogen, maar sindsdien hebben zij hun weddenschappen bijgesteld.