Banken in de Europese Unie worden nauwer onderzocht op de manier waarop zij het effect van rentewijzigingen op hun balansen beoordelen, nadat een eerste onderzoek een lappendeken van benaderingen aan het licht bracht, aldus de bankwaakhond van het blok op woensdag.

De Europese Bankautoriteit (EBA) heeft vorig jaar met banken besproken hoe zij een regel toepassen die bekend staat als renterisico in het bankboek of IRRBB en die is opgesteld door het wereldwijde Bazelse Comité.

Bazel overweegt aanpassingen aan de IRRBB, zoals de eis dat banken in hun berekeningen rekening houden met grotere potentiële renteschokken, en de bevindingen van de EBA zullen in dit werk worden meegenomen.

Onder de IRRBB moeten banken de impact beoordelen van verschillende rente-'schokken' in elke valuta waaraan zij materieel blootstaan.

"Vanwege de verscheidenheid aan modellen die door instellingen worden geïmplementeerd, kan aanvullende ondersteuning nodig zijn voor zowel regelgevers als toezichthouders om beter te begrijpen hoe de IRRBB-risico's worden beoordeeld en afgedekt," aldus de EBA in een rapport op woensdag.

Het doel is om te controleren of banken gerechtvaardigde aannames en beoordelingen maken in hun modellering, vooral na de sterke stijgingen van de rentetarieven van de centrale banken in de afgelopen twee jaar, en welke afdekkingsstrategieën ze gebruiken.

"De transmissie van deze hogere rentetarieven naar de reële economie is misschien nog niet volledig gematerialiseerd," zei John Schindler, secretaris-generaal van de Financial Stability Board van de G20, waarvan het Bazels Comité lid is, deze week.

"Daarom is er nog steeds het risico van een stijgende schuldendienst en andere uitdagingen die komen gaan."

Na de eerste inventarisatie vorig jaar, zal de EBA dit jaar en volgend jaar diepgaand onderzoek doen naar specifieke elementen van de IRRBB, met name hoe renterisico's de zogenaamde nettorentebaten van banken beïnvloeden.

Dit verwijst naar het verschil tussen het geld dat banken verdienen aan rentedragende activa zoals leningen en hypotheken, en de uitgaven voor het betalen van rente op spaarrekeningen.

Het is het laatste teken van de manier waarop toezichthouders de impact van het einde van goedkoop geld op verschillende delen van het financiële systeem controleren.