U.S. District Judge T. Kent Wetherell in Pensacola heeft de regering ervan weerhouden een memo uit 2021 van het Department of Homeland Security (DHS) uit te voeren waarin "alternatieven voor detentie" werden toegestaan om de overbevolking in detentiefaciliteiten te verminderen. Deze alternatieven omvatten enkelbanden, telefooncontrole of controles door immigratieambtenaren. Republikeinse critici hebben het beleid "vangen en vrijlaten" genoemd.

Wetherell, benoemd door de Republikeinse oud-president Donald Trump, zei dat de federale immigratieautoriteiten niet de bevoegdheid hebben om deze alternatieven op grote schaal toe te passen onder de bestaande wet. De rechter was het eens met het argument van advocaat-generaal Ashley Moody van Florida, die het beleid aanvocht.

"Verweerders hebben de zuidwestelijke grens effectief veranderd in een betekenisloze lijn in het zand en weinig meer dan een verkeersdrempel voor vreemdelingen die het land binnenstromen," schreef Wetherell, verwijzend naar niet-Amerikaanse burgers die illegaal de grens oversteken.

Wetherell gaf de regering zeven dagen de tijd om beroep aan te tekenen voordat zijn beslissing van kracht wordt.

Het kantoor van Moody en de DHS reageerden niet onmiddellijk op verzoeken om commentaar.

De regering heeft gezegd dat het haar ontbreekt aan de middelen en de detentiecapaciteit om de recente golf van migranten te verwerken. De uitspraak van woensdag zou kunnen leiden tot een aanzienlijke toename van het aantal mensen in detentiecentra.

Moody klaagde het DHS in 2021 aan met de bewering dat het beleid, dat officieel bekend staat als Parole Plus Alternative to Detention, in strijd is met de Amerikaanse Immigration and Nationality Act. Meer dan 100.000 mensen waren vrijgelaten in Florida als gevolg van het beleid van de regering, waardoor de staat aanzienlijke kosten moest maken om sociale diensten te verlenen, aldus de rechtszaak.

Volgens de federale immigratiewetgeving mag het DHS migranten "voorwaardelijk vrijlaten" in plaats van ze vast te houden "per geval om dringende humanitaire redenen of om redenen van groot openbaar nut". De administratie voerde aan dat de memo van 2021 een uitoefening van die discretionaire bevoegdheid was omdat de overbevolking in de detentiecentra een humanitaire crisis vormde.

Wetherell besloot dat het beleid in strijd was met de eis dat de regering voorwaardelijke vrijlating per geval moet overwegen.

Florida en 19 andere Republikeinse staten vechten afzonderlijk een ander beleid van de regering aan, waardoor elk jaar honderdduizenden mensen uit Cuba, Haïti, Venezuela en Nicaragua in de Verenigde Staten kunnen worden vrijgelaten in plaats van vastgehouden.