De loonstijging in de eurozone is in het eerste kwartaal van 2024 licht gestegen, zo bleek donderdag uit cijfers van de Europese Centrale Bank, wat pleit voor voorzichtigheid bij het verlagen van de rente vanaf recordhoogte.

De onderhandelde lonen in het monetaire blok van 20 landen stegen in het eerste kwartaal met 4,69%, na 4,45% in de voorgaande drie maanden, omdat de vakbonden compensatie bleven eisen voor de reële inkomens die verloren waren gegaan door jaren van snelle inflatie.

De ECB heeft de hoop op renteverlagingen lang gevestigd op dit cruciale en langverwachte looncijfer, maar heeft in wezen toegezegd het beleid op 6 juni te versoepelen, dus het is waarschijnlijker dat het nieuwe cijfer de beleidsbeslissingen later in het jaar zal beïnvloeden.

De cijfers zijn een gemengde tas voor beleidsmakers.

De ECB heeft lang beweerd dat een nominale loonstijging van slechts 3% in overeenstemming zou zijn met haar eigen inflatiedoelstelling van 2% en elk cijfer daarboven wijst op een buitensporige loondruk in de bredere economie die uiteindelijk de prijzen zal opdrijven.

Maar de centrale bank heeft ook gezegd dat werknemers enige compensatie verdienen voor hun inkomensverlies, dus een bescheiden periode van snellere loonstijging was aanvaardbaar, vooral omdat bovengemiddelde winstmarges van bedrijven een groot deel van de stijging konden absorberen.

De centrale bank verwacht dat de lonen per werknemer in de eurozone dit jaar met 4,5% zullen stijgen, het volgende jaar met 3,6% en in 2026 met 3,0%.

Recentere indicatoren, zoals een realtime loonvolger en een overvloed aan sentimentmetingen die de intenties van bedrijven weergeven, hebben ook een afkoeling van de looneisen voor het tweede kwartaal laten zien.

Zelfs Bundesbank-president Joachim Nagel, een van de meest conservatieve beleidsmakers in de 26-koppige Raad van Bestuur van de ECB, zei dat de loonontwikkelingen de goede kant op gingen.

Zijn opmerkingen kwamen zelfs op het moment dat Duitsland, de grootste economie van de eurozone, opwaartse druk uitoefent op het totaal van de eurozone met een stijging van 6,2% van de onderhandelde lonen in het eerste kwartaal.

Maar economen zeggen dat Duitsland slechts een inhaalslag aan het maken is, aangezien de groei van de onderhandelde lonen daar achterbleef, dus het is niet de beste indicator voor toekomstige trends.

"In die zin geven andere landen op dit moment misschien een betekenisvoller signaal af," zei Greg Fuzesi, econoom bij JPMorgan. "Als dat juist is, zal de loonstijging nog steeds geleidelijk vertragen nu de inflatie een stuk lager is geworden."

Met 2,4% is de inflatie in de eurozone nu op korte afstand van de 2%-doelstelling van de ECB, maar het kan nog tot ver in 2025 duren voordat die 2% ook echt bereikt wordt, deels door statistische effecten en volatiele grondstoffenprijzen.

Deze prijsvolatiliteit in de komende maanden is de reden waarom sommige beleidsmakers van de ECB zeggen dat de laatste kilometers van de desinflatie het moeilijkst en meest onvoorspelbaar zullen zijn, wat hun pleidooi voor voorzichtigheid ondersteunt.

Hoewel de renteverlaging in juni in wezen een uitgemaakte zaak is, zal het looncijfer van donderdag waarschijnlijk worden gebruikt door conservatieven die ervoor pleiten dat de ECB in juli geen stap zet.

ECB-bestuurslid Isabel Schnabel, de Belgische Pierre Wunsch, de Nederlandse Klaas Knot en de Letse Martins Kazaks hebben gesuggereerd dat een tweede renteverlaging in juli voorbarig zou kunnen zijn, terwijl Nagel ook waarschuwde tegen verwachtingen voor back-to-back bewegingen.

Sommige economen beweren zelfs dat de binnenlandse desinflatie stokt, dus de reden voor een renteverlaging in juni kan ook in twijfel worden getrokken.

"Als we kijken naar het momentum van de binnenlandse inflatiedruk in de eurozone, dan zijn de ontwikkelingen zorgwekkend ... en zeker niet iets waar de ECB blij mee kan zijn," zei Piet Haines Christiansen van Danske Bank.

"We zien over de hele linie een zeer somber beeld, aangezien geen enkel land een dalende 3 maand/3 maand dynamiek laat zien," voegde Christiansen eraan toe.

De markten zien nu slechts 60 basispunten aan renteverlagingen dit jaar, dus tussen één en twee stappen na juni. (Verslaggeving door Balazs Koranyi; Bewerking door Toby Chopra)