"De inflatiecijfers in het eerste kwartaal van dit jaar waren teleurstellend. Deze resultaten gaven mij niet het toegenomen vertrouwen dat ik hoopte te vinden ter ondersteuning van een versoepeling van het monetaire beleid," zei Barr in opmerkingen die waren voorbereid voor een conferentie over financiële markten van de Federal Reserve in Atlanta.
Zijn voorbereide toespraak ging ook in op de financiële regelgeving waar hij toezicht op houdt.
"We zullen ons restrictieve beleid wat meer tijd moeten gunnen om zijn werk voort te zetten," zei Barr, waarmee hij de overkoepelende boodschap van de Fed kracht bijzette dat renteverlagingen, waar de markten zo naar uitkijken, worden uitgesteld totdat het duidelijk is dat de inflatie terugkeert naar de Fed-doelstelling van 2%.
De door de Fed geprefereerde maatstaf voor inflatie, de prijsindex voor persoonlijke consumptieve bestedingen, bedroeg in maart 2,7% en veranderde de afgelopen maanden weinig na een gestage daling vorig jaar. De gegevens voor april worden volgende week gepubliceerd.
Barr zei dat de economie volgens hem nog steeds "sterk ... We hebben een solide groei en een lage werkloosheid.
Maar hij zei dat hij zich bewust was van de risico's voor zowel de inflatiedoelstelling van de Fed als haar mandaat om de werkloosheid zo laag mogelijk te houden.
Barr zei dat de huidige beleidsrente, die sinds juli binnen een bandbreedte van 5,25% tot 5,5% is gehouden, voldoende was voor de Fed om "stabiel te blijven en te kijken hoe de omstandigheden zich ontwikkelen".
De volgende vergadering van de Amerikaanse centrale bank vindt plaats op 11 en 12 juni.
