Hoewel de geschatte verbetering in de naleving van de belastingwetgeving verband houdt met statistische aanpassingen, zal deze Italië helpen om extra EU-fondsen te krijgen.

In zijn door de EU gefinancierde post-COVID herstelplan beloofde Italië de Europese Commissie in 2021 om een belangrijke graadmeter die de neiging tot belastingontduiking meet, te verlagen van 18,6% in 2019 naar 15,8% in 2024.

Uit het document van het Italiaanse ministerie van Financiën blijkt dat de indicator al in 2021 is gedaald naar 15,2%.

In een commentaar op de trend benadrukte het ministerie van Financiën dat de cijfers rekening hielden met "een aanpassing van buitengewone omvang" die in september door het nationale bureau voor de statistiek ISTAT werd goedgekeurd, waardoor het bruto binnenlands product (bbp) in 2021 met ongeveer 40 miljard euro (43,60 miljard dollar) steeg.

Italië heeft tot nu toe ongeveer 102 miljard euro ontvangen in het kader van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (RRF), het belangrijkste onderdeel van het Europees Herstelfonds, op een totale nationale toewijzing van ongeveer 194,4 miljard euro tot 2026.

Uit schatkistgegevens van de regering van premier Giorgia Meloni blijkt dat het geschatte bedrag aan gemiste belastingen en sociale premies is gedaald van 107,8 miljard euro in 2016 tot bijna 83,6 miljard euro in 2021.

Sinds haar aantreden in oktober 2022 heeft Meloni herhaaldelijk opgeroepen tot een coöperatieve aanpak met belastingbetalers om de chronische belastingontduiking van de op twee na grootste economie van de eurozone te beteugelen, met als argument dat het agressievere beleid van vorige regeringen had gefaald.

Het document lijkt haar argument af te zwakken, aangezien de lagere belastingontduiking voornamelijk te wijten is aan de btw-omzetbelasting, "vermoedelijk gestimuleerd door de verschillende maatregelen die zijn genomen om de traceerbaarheid van transacties te versterken".

In december 2022 werd Meloni gedwongen om terug te krabbelen op een voorstel om de sancties tegen winkeliers die weigeren transparantere digitale betalingen te accepteren te verlagen, na kritiek van de Europese Commissie.

($1 = 0,9174 euro)