De voormalige antitrustchef van de Europese Unie, Mario Monti, waarschuwde woensdag dat het creëren van nationale kampioenen om Europese bedrijven te helpen concurreren met rivalen uit China en elders, op weerstand van andere landen kan stuiten en de macht van de mededingingsautoriteiten kan verzwakken.

De opmerkingen van Monti, voormalig premier van Italië en van 1999 tot 2004 commissaris voor mededinging van de Europese Commissie, komen op het moment dat zijn landgenoten Mario Draghi en Enrico Letta verslagen moeten presenteren over manieren om het concurrentievermogen van de EU nieuw leven in te blazen.

In beide rapporten, die in opdracht van de uitvoerende macht van de EU zijn opgesteld, zal naar verwachting de nadruk worden gelegd op de rol van staatssteun en meer protectionistische maatregelen om Europese bedrijven te helpen concurreren tegen Chinese en andere rivalen in belangrijke sectoren.

Monti zei dat Europese nationale kampioenen te maken kunnen krijgen met terugslag in niet-EU-landen.

"Het is vrij waarschijnlijk dat (Europese) kampioenen niet zullen worden toegestaan in andere landen," vertelde Monti aan een OESO-conferentie.

Hij verwees naar de trans-Atlantische ruzie in 2001, toen hij de fusie tussen GE en Honeywell blokkeerde ondanks de goedkeuring van de Amerikaanse autoriteiten, wat de kritiek opriep dat de EU meer geïnteresseerd was in het beschermen van lokale spelers dan in het bevorderen van concurrentie.

"In 2001 blokkeerden we de fusie tussen GE en Honeywell om een goede reden volgens onze wetten. Toen konden ze natuurlijk niet op de brede EU-markt opereren, als ze waren gefuseerd," zei Monti over het besluit dat GE en Honeywell ertoe had gebracht om de fusie ook in de VS af te blazen.

"Dus Europeanen die Europese kampioenen willen, ga je gang, het is een legitiem doel," zei hij.

Monti waarschuwde echter dat het dwingen van mededingingsautoriteiten om hun bevoegdheden verkeerd toe te passen om nationale kampioenen te creëren, hun objectiviteit in gevaar zou kunnen brengen en "hoogstwaarschijnlijk niet het gewenste effect" zou hebben. (Verslaggeving door Foo Yun Chee; redactie door Milla Nissi)