Visa en Mastercard zullen de limieten voor vergoedingen voor toeristische kaarten, die vijf jaar geleden zijn overeengekomen met de mededingingsautoriteiten van de EU, met nog eens vijf jaar verlengen tot 2029, aldus de Europese Commissie op vrijdag.

Visa, 's werelds grootste exploitant van betaalnetwerken, en zijn naaste rivaal Mastercard zijn in 2019 akkoord gegaan met een limiet van 0,2% voor de kosten van debetkaartbetalingen buiten de EU in winkels en een limiet van 0,3% voor creditcardbetalingen om een antitrustonderzoek van de EU te schikken en hoge boetes te voorkomen.

De tariefplafonds zouden in november van dit jaar aflopen. De stap volgde op een langdurig onderzoek van de EU-mededingingsautoriteit dat werd gestart na een klacht uit 1997 van de zakenlobby EuroCommerce.

De Europese Commissie, die optreedt als de antitrustwaakhond van de EU, zei dat de twee bedrijven vrijwillig hebben aangeboden om de maximumprijzen voor vergoedingen ook na 2024 voort te zetten.

"De interregionale afwikkelingsvergoedingen voor debet- en creditcardtransacties in het kader van deze regelingen blijven nog 5 jaar gelimiteerd tot november 2029," zei de Commissie in een verklaring.

"Voor kaart aanwezige (offline) transacties zullen de vergoedingen beperkt blijven tot 0,2% voor debetkaarten en 0,3% voor kredietkaarten. Voor card not present (online) transacties blijven de plafonds 1,15% voor debetkaarten en 1,5% voor creditcards," aldus het bedrijf.

Visa en Mastercard berekenen afwikkelingsvergoedingen, ook wel swipevergoedingen genoemd, aan handelaren die hun debet- en kredietkaarten accepteren. De kosten genereren winst voor de bank en andere kaartuitgevers.

De handhaver van de EU waarschuwde echter dat hij een onderzoek zou starten als hij concreet bewijs zou vinden dat de huidige plafonds niet meer gepast zouden zijn. (Verslag door Foo Yun Chee; redactie door David Evans)