Onconova Therapeutics, Inc. heeft de publicatie aangekondigd van een abstract tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de American Society of Clinical Oncology (ASCO). In het abstract staan preklinische gegevens van in vitro en celgebaseerde tests die aantonen hoe narazaciclib zich door zijn remmende profiel onderscheidt van de door de FDA goedgekeurde CDK4/6-remmers palbociclib, ribociclib, en abemaciclib. De belangrijkste gegevens en conclusies uit het abstract zijn: Narazaciclib, abemaciclib, palbociclib, en ribociclib hebben elk een sterke affiniteit voor CDK4/cycline D1, met Kd-waarden van respectievelijk 0,18 nM, 0,08 nM, 0,75 nM, en 1,3 nM.; Narazaciclib en abemaciclib hebben vergelijkbare affiniteiten tegen CDK-familieleden, waaronder nM activiteit tegen CDK2/cyclin A, wat een rol kan spelen bij resistentie tegen palbociclib en ribociclib.Narazaciclib's remmende activiteit tegen GSK3ß, een kinase waarvan de remming vermoedelijk verdraagbaarheidsproblemen in verband met diarree veroorzaakt, is 29 keer minder dan die van abemaciclib.; Cellulaire kinase-assays toonden aan dat de hoogste remmende activiteit van narazaciclib gericht is tegen CDK4/6, CSF1R, (ondersteunt pro-tumor immuunsuppressie), en NUAK1/ARK 5 (geassocieerd met een slechte prognose bij meerdere kankers en betrokken bij kankercelmigratie, invasie en metastase).Analyse van de ; and Cellular Thermal Shift Assay (CETSA) en de integrative Inferred Kinase Activity (INKA) toonden aan dat narazaciclib geassocieerd is met unieke signaalwegen en deze wijzigt, wat resulteert in specifieke ontregelde fosforyleringspatronen in vergelijking met met palbociclib behandelde cellen.