De Contract-for-Difference (CfD)-regeling van het land, die in 2014 werd gelanceerd, biedt ontwikkelaars van hernieuwbare energie een gegarandeerde prijs voor hun elektriciteit.

Voor alle hernieuwbare technologieën samen werd in totaal 3,7 gigawatt toegewezen, een daling ten opzichte van de 11 GW aan projecten die in de ronde van vorig jaar een contract kregen.

Zonne-energieprojecten namen de eerste plaats in met 1,9 GW aan capaciteit, gevolgd door onshore met 1,8 GW, zo bleek uit het document.

Er werd geen capaciteit toegekend voor offshore windprojecten, een daling ten opzichte van de 7 GW die in de vorige ronde werd toegekend, toen deze technologie de belangrijkste ontvanger van financiering was.

Windenergie op zee is een sleuteltechnologie voor het behalen van de Britse doelstellingen voor het koolstofvrij maken van de economie. De regering streeft ernaar om in 2030 50 GW aan windenergie op zee in bedrijf te hebben, tegenover ongeveer 14 GW op dit moment.

Groot-Brittannië had 227 miljoen pond (283,86 miljoen dollar) uitgetrokken om projecten voor hernieuwbare energie te stimuleren, waarbij het totale beschikbare bedrag in augustus werd verhoogd nadat projectontwikkelaars hadden gewaarschuwd dat er meer financiering nodig was om de hogere kosten te weerspiegelen.

Door inflatiedruk, knelpunten in de toeleveringsketen en stijgende rentetarieven zijn de kosten van offshore windprojecten met ongeveer 40% gestegen, aldus ontwikkelaars zoals het Zweedse Vattenfall en het Duitse RWE.

De Britse regering streeft ernaar om tegen 2030 50 GW aan offshore windenergie operationeel te hebben, tegenover ongeveer 14 GW nu.

Op basis van de laatste veilingronde en nadat Vattenfall de ontwikkeling van een project dat in de ronde van vorig jaar een CfD kreeg, stopzette, zou dit doel wel eens moeilijk haalbaar kunnen zijn.

($1 = 0,7997 pond)