De EU-lidstaten en het Europees Parlement hebben maandag laat een akkoord bereikt over de allereerste reeks regels van het blok om ESG-ratings van duurzaamheidscertificaten van bedrijven te reguleren, die wereldwijd als leidraad dienen voor triljoenen beleggingsdollars.

Het blok voert strengere regels in voor beleggen op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur (ESG) omdat toezichthouders 'greenwashing' vermoeden, oftewel bedrijven die hun duurzaamheidsprofiel opblazen.

Volgens de nieuwe regels moeten tot nu toe ongereguleerde aanbieders van ESG-ratings in de Europese Unie een vergunning krijgen van en onder toezicht staan van de Europese Autoriteit voor effecten en markten.

Buiten de EU gevestigde ratingbureaus zullen hun ratings moeten laten bekrachtigen door een in de EU gereguleerde ratingbureau.

Raters zullen expliciet moeten vermelden of hun ratings ook betrekking hebben op de manier waarop de activiteiten van een bedrijf het milieu of sociale factoren zoals mensenrechten beïnvloeden, en niet alleen op de impact van ESG op het bedrijfsresultaat.

Het doel is om meer ratings aan te moedigen die "dubbele materialiteit" dekken - een tweerichtingsimpact op zowel het bedrijf als het milieu - wat al ingebed is in de duurzaamheidsverklaringen van beursgenoteerde bedrijven in de EU.

"Het vergroten van het beleggersvertrouwen door middel van transparante en gereguleerde ESG-ratings kan een aanzienlijke impact hebben op onze overgang naar een meer sociaal verantwoorde en duurzame toekomst," zei Vincent Van Peteghem, de minister van Financiën van België, dat het EU-voorzitterschap bekleedt en hielp bij de onderhandelingen over de overeenkomst.

"Deze overeenkomst betekent een historische doorbraak voor duurzame financiering," zei Aurore Lalucq, een Frans centrumlinks lid van het Europees Parlement dat ook deel uitmaakte van het onderhandelingsteam.

Beoordelaars zullen beoordelingen voor milieu-, sociale en governancefactoren moeten scheiden. Als er één ESG-rating wordt gegeven, moet de weging van E, S en G expliciet zijn, waarbij de sociale ook mensenrechten omvat.

Bij een milieubeoordeling moet worden vermeld of er rekening wordt gehouden met de afstemming op de Overeenkomst van Parijs over het verminderen van koolstofemissies.

Kleinere ESG-ratings die in de EU gevestigd zijn, hoeven de eerste drie jaar slechts aan een lichtere versie van de regels te voldoen om hen te helpen groeien in een sector die gedomineerd wordt door een handvol grote spelers zoals MSCI, S&P Global, London Stock Exchange Group, Moody's en Sustainalytics van Morningstar.

De EU-lidstaten en het Europees Parlement moeten formeel hun goedkeuring hechten aan de overeenkomst, die waarschijnlijk ergens in 2025 van kracht wordt.

In een andere benadering heeft Groot-Brittannië een vrijwillige gedragscode voor ESG-beoordelaars voorgesteld in afwachting van mogelijke regelgeving. (Verslaggeving door Huw Jones; Bewerking door Susan Fenton)