De beslissing van Ferrovial om haar holding naar Nederland te verhuizen om te proberen een beursnotering in de VS te versnellen, kan een negatieve invloed hebben op haar merk in Spanje, aldus het bedrijf in een document dat donderdag is gepubliceerd.

De Spaanse bouwgigant, die verwacht vrijdag een dubbele notering in Amsterdam en Madrid af te ronden, erkende ook dat eventuele winsten voor aandeelhouders van de verhuizing belast zouden kunnen worden, zei het bedrijf in een document voor de Nederlandse notering dat op zijn website is gepubliceerd.

Het bedrijf zei dat de deal mogelijk een negatief effect zou kunnen hebben op zijn merk in Spanje, wat op zijn beurt een wezenlijk nadelig effect zou kunnen hebben op de concurrentiepositie van de groep.

Ferrovial had gezegd dat het verplaatsen van haar belang van Spanje naar Amsterdam, waar het een dochteronderneming heeft, haar aanvraag voor een Amerikaanse beursnotering later dit jaar zou kunnen versnellen om de liquiditeit en toegang tot financiering in haar grootste markt te vergroten.

De omgekeerde fusie, waarbij de Nederlandse dochteronderneming Ferrovial International SE (FISE) de Ferrovial-groep heeft overgenomen, werd donderdag volledig afgerond.

In het prospectus op de website zegt Ferrovial dat de Spaanse belastingdienst kan besluiten dat de fusie buiten een speciaal belastingregime voor groepsmaatschappijen valt, dat het mogelijk maakt om dividenden en vermogenswinsten uit de overdracht van aandelen in dochterondernemingen vrij te stellen van belasting.

Ferrovial voorzitter Rafael del Pino vertelde beleggers tijdens de jaarlijkse algemene vergadering in april dat hij geen belastingverhoging verwachtte van de deal.

Ferrovial gaf donderdag geen commentaar buiten het gepubliceerde document.

De dubbele notering werd in april goedgekeurd door een meerderheid van de aandeelhouders. Volmachtadviseurs, die beleggers aanraadden om de deal te steunen, waarschuwden in maart voor mogelijke risico's, maar het prospectus is de eerste gepubliceerde reactie van het bedrijf op de mogelijkheid van merkschade.

De Spaanse regering is woedend over de deal en minister van Economische Zaken Nadia Calviño noemt het "onbegrijpelijk".

(Verslaggeving door Corina Pons; aanvullende rapportage door Emma Pinedo; bewerkt in het Spaans door Benjamín Mejías Valencia)