Matige impact op de bedrijvigheid in de bouwsector

De bouwsector - waarvan de toegevoegde waarde 5 % van het bbp bedraagt - is uiteraard ingestort in de maand maart van vorig jaar toen de gezondheidscrisis uitbrak, met een dieptepunt in april-mei 2020 zoals in de andere economische sectoren. Maar die terugval was minder uitgesproken dan in andere sectoren. Berekend over de eerste drie kwartalen daalde de toegevoegde waarde met 5,5 %. Aangezien het gaat om een bedrijfstak waar het grootste deel van het werk ter plaatse moet worden uitgevoerd, heeft de bouwsector tijdens de eerste lockdown veel te lijden gehad van de gezondheidssituatie en de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van de epidemie tegen te gaan, in het bijzonder de social distancing en de mondmaskerplicht. Die beperkingen lijken de bedrijvigheid in de sector minder te hebben gehinderd tijdens de tweede golf van de epidemie eind 2020. De ondernemingen hebben zich ongetwijfeld vlotter aangepast dankzij hun ervaring met de eerste golf en omdat ze konden terugvallen op maatregelen waarmee ze hun activiteit op een veilige manier konden organiseren.

De werkgelegenheid hield goed stand

De werkgelegenheid in de bouw - die 6 % van de werkgelegenheid in België vertegenwoordigt - is in 2020 niet gekrompen ondanks een lichte daling in het tweede kwartaal. Over de eerste drie kwartalen steeg ze immers met 1,1 % in vergelijking met de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar. De steunmaatregelen aan de sector hebben daar zeker toe bijgedragen, want de regeling voor tijdelijke werkloosheid werd tijdens de eerste besmettingsgolf op grote schaal gebruikt, namelijk voor iets meer dan 50 % van de werknemers. Het aantal tijdelijk werklozen liep daarna geleidelijk terug naarmate de sector zijn activiteiten hernam.

De hypotheekverlening

De gezondheidscrisis had ook een impact op de verlening van hypothecaire kredieten aan de gezinnen in het eerste kwartaal van het jaar en in april. Naarmate de gezondheidsmaatregelen vanaf mei werden versoepeld, trok de groei weer aan en lag het kredietvolume aan de gezinnen, als gemiddelde op maandbasis, dicht bij de niveaus die tijdens de voorgaande jaren werden opgetekend, ondanks de zeer moeilijke en onzekere economische context. Ongerekend de herfinancieringen van bestaande kredieten, leenden de Belgen in 2020 € 42 miljard in de vorm van hypothecaire kredieten. De schuld voor vastgoed steeg met 4,4 % tot ongeveer € 233 miljard eind december 2020.

De rentetarieven op hypothecaire kredieten bleven het hele jaar lang gunstig. Voor kredieten met een vaste rentevoet namen de tarieven licht af, terwijl de variabele rentevoeten net onder 2 % bleven.

Het percentage wanbetalingen in de portefeuille met hypothecaire kredieten nam in 2020 opnieuw af tot ongeveer 0,8 % van het totale kredietvolume. De verschillende inkomensondersteunende maatregelen of de mogelijkheid tot uitstel van kredietaflossing voor degenen die door de crisis waren getroffen droegen bij aan die daling.

Attachments

  • Original document
  • Permalink

Disclaimer

National Bank of Belgium published this content on 01 March 2021 and is solely responsible for the information contained therein. Distributed by Public, unedited and unaltered, on 01 March 2021 12:10:25 UTC.