Op 26 december staken vijf Noord-Koreaanse drones het zuiden binnen, wat het Zuid-Koreaanse leger ertoe aanzette straaljagers en helikopters in te zetten en bewakingsvliegtuigen naar het noorden te sturen om de militaire installaties te fotograferen.

Het VN-commando, dat toezicht houdt op de Demilitarized Zone (DMZ) tussen de twee Korea's sinds een wapenstilstand een einde maakte aan de gevechten in de Koreaanse oorlog van 1950-1953, heeft een speciaal onderzoek ingesteld naar de inbreuken op het luchtruim om vast te stellen of de wapenstilstand is geschonden.

De inbreuken door beide partijen vormden schendingen, maar de pogingen van het Zuiden om de drones in zijn luchtruim neer te schieten vormden geen schending van de wapenstilstand, aldus het commando in een verklaring.

"Het VN-commando bevestigt opnieuw dat naleving van de voorwaarden van de wapenstilstand essentieel is om het risico van zowel toevallige als opzettelijke incidenten te beperken door escalatie te voorkomen, en om de vijandelijkheden op het Koreaanse schiereiland te staken", aldus de verklaring.

Het gebruik van drones door het Zuid-Koreaanse leger in het gebied langs de grens met Noord-Korea was een zelfverdedigingsmaatregel tegen het binnendringen van drones door het Noorden, en wordt niet beperkt door de wapenstilstandsovereenkomst, aldus een woordvoerder van het Zuidelijke ministerie van Nationale Defensie.

Noord-Korea heeft niet publiekelijk gereageerd op de incidenten met drones.

De spanningen tussen de twee landen zijn opgelopen: Noord-Korea heeft een recordaantal raketlanceringen en andere wapentests uitgevoerd, en het Zuiden heeft daarop gereageerd met verhoogde militaire activiteiten, waaronder gezamenlijke oefeningen met zijn Amerikaanse bondgenoten.