EU-beleidsmakers hebben opnieuw opgeroepen tot grensoverschrijdende bankfusies om de miljardeninvesteringen aan te pakken die nodig zijn om de groene en digitale transformatie van het blok te financieren.

Een plan voor een volwaardige bankenunie is vastgelopen en bankiers en toezichthouders wijzen op het ontbreken van een gezamenlijk garantiesysteem voor depositohouders in de eurozone als de grootste belemmering voor de voortgang ervan.

Hieronder wordt uitgelegd waarom weinig begrepen bankregels en het ontbreken van een Europees depositogarantiestelsel (EDIS) grensoverschrijdende overnames een hele opgave maken voor Europese bankiers, die regelmatig klagen over buitensporige hindernissen.

WAAR STAAN WE

De eurozone heeft belangrijke stappen gezet in de richting van een bankenunie, door tien jaar geleden één toezichtsysteem op te zetten onder de Europese Centrale Bank en één afwikkelingsmechanisme in te voeren voor failliet gaande banken.

Maar de huidige regels, die zijn opgesteld na de wereldwijde financiële crisis en een reeks reddingsoperaties voor banken, weerspiegelen de verwachting dat landen elke bankcrisis op nationaal niveau moeten aanpakken.

Dit is met name een probleem voor zogenaamde gastlanden, zo vertelden verschillende bronnen op het gebied van regelgeving en bankwezen aan Reuters, zoals België, Kroatië en Portugal, waar een aanzienlijk deel van hun banksector bestaat uit lokale eenheden van buitenlandse banken.

In sommige gevallen zijn deze eenheden goed voor een klein deel van de activa van de moedermaatschappij, waardoor ze relevant zijn in het gastland maar van weinig belang voor het thuisland van de bank.

Onder de huidige regels worden liquiditeit en kapitaal op nationaal niveau afgeschermd, waardoor grensoverschrijdende bankgroepen worden beroofd van wat een concurrentievoordeel zou kunnen zijn.

Zonder een solostelsel is het tot nu toe onmogelijk gebleken om regels te omzeilen die bedoeld zijn om het kapitaal en de liquiditeit van banken binnen de grenzen van het gastland van de dochteronderneming te houden.

Deze zogenaamde "soloregeling" is geruststellend voor landen zoals België dat banken die op hun markten opereren in een crisis niet afhankelijk hoeven te zijn van hun moederentiteiten voor steun.

Maar het ontmoedigt bankovernames in een ander rechtsgebied omdat het voor groepen onmogelijk wordt om liquiditeit en kapitaal efficiënt te beheren.

HOE BANKACTIVA VAST KOMEN TE ZITTEN

Banken met een grensoverschrijdende aanwezigheid moeten zowel op groepsniveau als op het niveau van de dochterondernemingen voldoen aan eisen op het gebied van kapitaal, liquiditeit en verliesabsorberende schulden, waardoor stromen binnen de groep worden beperkt.

Alle overtollige liquide middelen die in een land worden gegenereerd, komen in de val te zitten en kunnen niet vrij over de landsgrenzen worden verplaatst om de activiteiten van de bankgroep elders te ondersteunen.

In 2021 bleek uit berekeningen van toezichthouders van de ECB dat er ongeveer 250 miljard euro aan hoogwaardige liquide activa was die niet vrij binnen de bankenunie konden worden verplaatst vanwege bepalingen op het niveau van de Europese Unie en op nationaal niveau.

WIE BEPAALT DE REGELS?

Gevangen activa worden gecreëerd door meerdere sets regels op zowel nationaal als Europees niveau.

De nationale wetten zijn van toepassing omdat de lidstaten de EU-regels inzake kapitaalvereisten voor banken hebben aangenomen, die op hun beurt het internationaal overeengekomen Bazelraamwerk bevatten.

Omdat ze gebaseerd zijn op nationale wetten, kunnen Europese toezichthouders geen ontheffing verlenen van de kapitaalvereisten, dus moeten banken hun kapitaal in elk rechtsgebied afgeschermd houden.

Europese toezichthouders kunnen echter wel ontheffing verlenen van de liquiditeitsvereisten voor banken op het niveau van de dochterondernemingen, zodat banken grensoverschrijdende liquiditeitssubgroepen kunnen oprichten.

Maar banken hebben tot nu toe weinig interesse getoond in dergelijke ontheffingen, aldus verschillende bronnen. Dat komt deels doordat lidstaten ze ineffectief kunnen maken door een andere reeks regels toe te passen, zo voegden de bronnen eraan toe.

De zogenaamde large exposure rule beperkt het bedrag van het kapitaal van een bank dat aan een tegenpartij mag worden blootgesteld tot 25%.

Van een dergelijke regel kan binnen de groep worden afgezien, maar sommige landen hebben ervoor gekozen om deze regel toch toe te passen, waardoor in feite de hoeveelheid liquiditeit die een dochteronderneming naar haar moederonderneming kan overbrengen, wordt beperkt, zelfs als er van deze regel wordt afgeweken.

In andere gevallen eisen landen dat kredietverstrekkers zekerheden stellen om internationale groepen vrij te stellen van de grensoverschrijdende toepassing van de large exposure rule.

Een dergelijke achtergrond van regelgeving maakt liquiditeitsbeheer tot een kostbare kopzorg voor grensoverschrijdende groepen, waardoor internationale expansie minder aantrekkelijk wordt omdat het onmogelijk wordt om middelen te verschuiven naar waar ze het best kunnen worden ingezet. (Verslaggeving door Valentina Za; Bewerking door Tommy Reggiori Wilkes en Alexander Smith)