De verwachte opleving in december botste uiteindelijk op de realiteit van de macro-economische situatie. De dollarindex herstelde zich inderdaad boven de 102,50/20 en naderde de 104,65 voordat de index weer ging dalen na de vergadering van de Federal Reserve. De ECB deed er nog een schepje bovenop toen haar voorzitter een vraag over toekomstige renteverlagingen afwees, met het argument dat deze mogelijkheid zelfs niet intern was besproken. Met andere woorden: doorlopen graag, hier valt niets te zien. Het logische gevolg was een sterke euro die drie cijfers herwon, van 1,07 naar 1,10. We wachten nu op het doorbreken van deze drempel om de pieken van afgelopen zomer op 1,1237/75 te openen.

Aan de andere kant van het Kanaal hield de Bank of England min of meer dezelfde toon aan als de ECB, namelijk een eerder restrictieve dan expansieve houding, waardoor het Britse pond wat winst kon boeken. Zo komt het valutapaar terug om een horizontale weerstand rond de 1,2780 te testen, de laatste technische barrière voor de 1,3128 die in juli werd geregistreerd.

Ook de grondstoffenvaluta's profiteerden van de zwakte van de dollar. De aussie herstelde zich boven de 0,6505 en flirt momenteel met de 0,6700/10, terwijl zijn Nieuw-Zeelandse tegenhanger ook probeert de 0,6190/0,6215 te overschrijden, wat de weg zou openen naar de 0,6390.

Tot slot heeft het valutapaar USD/SEK net de 10,20/16 geraakt, een horizontale steun die sinds het begin van dit jaar van kracht is en waarvan de doorbraak de weg zou vrijmaken naar de 9,93. Wat het paar USD/NOK betreft, raakte de opleving niet verder dan 11,02, wat resulteerde in een nieuwe neerwaartse golf richting 10,34, of, voor wie erin gelooft, 9,94. Maar daarvoor zullen we moeten wachten tot 2024.