De EIA verwacht dat de vraag naar elektriciteit zal stijgen tot 4.010 miljard kilowattuur (kWh) in 2022 en 4.019 miljard kWh in 2023, tegen 3.930 miljard kWh in 2021.

Dat staat tegenover een achtjarig dieptepunt van 3.856 miljard kWh in 2020, gedrukt door de pandemie, en een historisch hoogtepunt van 4.003 miljard kWh in 2018.

De EIA voorspelde dat de stroomverkoop in 2022 zou blijven steken op 1.477 miljard kWh voor huishoudelijke verbruikers, maar zou stijgen tot 1.363 miljard kWh voor commerciële klanten, naarmate meer mensen weer aan het werk gaan in kantoren, en tot 1.026 miljard kWh voor industriële klanten.

Dat is vergelijkbaar met de recordhoogten van 1.477 miljard kWh in 2021 voor particuliere consumenten, 1.382 miljard kWh in 2018 voor commerciële klanten en 1.064 miljard kWh in 2000 voor industriële klanten.

Volgens het EIA zal het aandeel van aardgas in de elektriciteitsopwekking in 2022 op 37% blijven steken, evenveel als in 2021, en dan afnemen tot 36% in 2023. Het aandeel van steenkool zal dalen van 23% in 2021 tot 21% in 2022 en 20% in 2023, omdat de productie uit hernieuwbare energiebronnen toeneemt.

Het percentage hernieuwbare opwekking zal stijgen van 20% in 2021 tot 22% in 2022 en 24% in 2023. Kernenergie zal dalen van 20% in 2021 tot 19% in 2022, alvorens in 2023 weer op 20% te komen.

Het agentschap voorspelde dat de verkoop van aardgas in 2022 zou stijgen tot 13,46 miljard kubieke voet per dag (bcfd) voor residentiële consumenten, 9,12 bcfd voor commerciële klanten, 22,80 bcfd voor industriële klanten en 31,77 bcfd voor elektriciteitsopwekking.

Dat steekt af tegen de recordhoogten van 14,32 bcfd in 1996 voor particuliere consumenten, 9,63 bcfd in 2019 voor commerciële klanten, 23,80 bcfd in 1973 voor industriële klanten en 31,75 bcfd in2020 voor elektriciteitsopwekking.