Het leger van Congo vecht al meer dan twee jaar tegen de door Rwanda gesteunde M23-opstand en heeft ook te maken met ander geweld van milities. Ongeveer 2,7 miljoen mensen in de provincie Noord-Kivu zijn ontheemd. De rebellen rukten vorige week op naar strategisch belangrijk gebied.
Op dinsdag hield het leger 27 soldaten aan nadat ze hun posities in de dorpen Keseghe en Matembe in de provincie hadden verlaten. Legerwoordvoerder Reagan Mbuyi Kalonji zei dat de weglopers waren gevonden terwijl ze goederen stalen uit winkels in het nabijgelegen dorp Alimbongo.
Ze werden aangehouden samen met vier van hun vrouwen, die in het dorp verbleven en die de gestolen goederen in ontvangst hadden genomen, zei Kalonji.
Woensdag werd in Alimbongo een militair tribunaal opgericht om hen te berechten en de magistraat veroordeelde 25 ter dood wegens diefstal, het ontvluchten van de vijand en het overtreden van bevelen, naast andere aanklachten.
Eén soldaat kreeg 10 jaar gevangenisstraf, terwijl de vier vrouwen en een andere soldaat werden vrijgesproken.
Allen ontkenden de aanklachten, behalve één van de 25, die schuldig pleitte.
Hun advocaat, Jules Muvweko, zei dat hij tegen het vonnis in beroep zou gaan.
Het leger van Congo, dat lange tijd gebukt ging onder interne verdeeldheid, onvoldoende middelen, slechte logistiek en de endemische corruptie van het land, is in deze crisis acuut disfunctioneel geworden.
Acht officieren werden in mei ter dood veroordeeld voor lafheid en andere misdaden, wat een schadelijke wanorde in de Congolese strijdkrachten blootlegde die de strijd tegen M23 belemmert, zo vertelden legerofficieren aan Reuters.
Congo hief in maart een moratorium op de doodstraf op, met verraad en spionage in terugkerende gewapende conflicten als reden.
Het Centraal-Afrikaanse land had het moratorium op de doodstraf begin 2000 ingevoerd, maar nooit afgeschaft.
