Meer dan 100.000 mensen zijn over de grens naar Tsjaad gevlucht sinds het conflict in Soedan in april uitbrak, en het aantal zou in de komende drie maanden kunnen verdubbelen, waarschuwde de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) eerder deze maand.

Het hoofd van de missie van AZG in Tsjaad, Audrey van der Schoot, zei dat de overstromingen die gewoonlijk in deze tijd van het jaar plaatsvinden, vluchtelingen en gastgemeenschappen in de oostelijke regio Sila van Tsjaad en andere gebieden die aan Soedan grenzen, kunnen isoleren.

De regen zal ook een hoger risico op water- en besmettelijke ziekten met zich meebrengen, gezien de slechte toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen, zei ze.

"We vrezen dat met de komende regenval de mensen in dit grensgebied ingesloten en vergeten zullen worden," zei ze, waarbij ze opmerkte dat er nog steeds mensen uit Soedan aankomen.

Bijna 30.000 vluchtelingen bevinden zich in Sila, waar ze gebrek hebben aan onderdak, water en voedsel door een tekort aan humanitaire hulp. Velen zijn daarom bij lokale gastgezinnen gaan wonen, waardoor de schaarse middelen onder druk komen te staan, aldus AZG.

Tsjaad is een van de armste landen ter wereld en bood vóór de laatste Soedanese crisis al onderdak aan bijna 600.000 vluchtelingen.

De UNHCR zegt dat Tsjaad 214,1 miljoen dollar nodig heeft om essentiële diensten te verlenen aan ontheemden in het Centraal-Afrikaanse land, waarvan begin juni slechts 16% gefinancierd was.

Het conflict in Soedan heeft ook gevolgen voor Tsjadische burgers, omdat mensen die dicht bij de grens wonen geen toegang meer hebben tot gezondheidszorg en markten in Soedan. Hierdoor zijn de voedsel- en grondstoffenprijzen sterk gestegen in gebieden die toch al te lijden hebben onder een hoge mate van ondervoeding, aldus AZG.