Als er één statistiek is die je moet onthouden van afgelopen week, dan is het wel de Amerikaanse CPI. Met een resultaat van +4,8 % tegenover de verwachte 5,0 % op jaarbasis (exclusief voeding en energie) overschaduwde deze index alle andere macro-economische gegevens en degradeerde ze de renteverhoging van 25 basispunten van de Bank of Canada tot een fait divers. Weg met de inflatievrees. Gedaan met monetaire verstrakking. Nochtans gaat 92 % van de beleggers in juli nog altijd uit van een verhoging. Daarentegen gaat slechts 12,9 % ervan uit dat de Fed in september de rente opnieuw zal verhogen. Is het uur van de langverwachte ommezwaai aangebroken? De Core PPI, die uitkomt op +2,4 % tegenover de verwachte +2,6 %, versterkt alvast dat gevoel. Hoewel de strijd nog niet gestreden is, volstaat het om te kijken naar de koersbewegingen van de obligaties om te zien dat er volop wordt ingezet.

(bron: Bloomberg)

De rendementen op Amerikaanse 2-jaars en 5-jaars obligaties hebben hun pieken van maart en oktober vorig jaar bereikt en staan op respectievelijk 4,46 % en 5,08 %. Het 21-daagse voortschrijdende gemiddelde is doorbroken, wat een dynamiekverandering aangeeft. Op langere termijn kunnen we dromen van een dubbele topformatie aan de korte kant, wat de stijging van de indices en het goud zou voeden en de dollar verder zou drukken (zie bijbehorend artikel). We moeten nu enkel nog wachten tot 26 juli om al dat goede nieuws bevestigd te zien tijdens de toespraak van de Fed en te zien of de eindrente eindelijk bereikt is. Bij gebrek aan last-minute slecht nieuws, belooft het beursweer deze zomer zonnig te zijn.