"Het doel is om de CO2-uitstoot in de wegvervoersector verder te verminderen en nieuwe doelstellingen in te voeren voor 2030, 2035 en 2040. De nieuwe regels zullen bijdragen aan de verwezenlijking van de klimaatambities van de EU voor 2030 en het bereiken van klimaatneutraliteit tegen 2050," aldus de Europese Raad in een verklaring.

De sector van de zware bedrijfsvoertuigen (HDV) is verantwoordelijk voor meer dan een kwart van de broeikasgasemissies van het wegvervoer in de Europese Unie. In 2019 zijn er voor het eerst CO2-emissienormen vastgesteld voor bepaalde zware bedrijfsvoertuigen.

Op weg naar de reductiedoelstelling van 90% tegen 2040 - vergeleken met de niveaus van 2019 - zullen fabrikanten van nieuwe vrachtwagens en bussen ook te maken krijgen met een CO2-reductie van 45% vanaf 2030 en een reductie van 65% vanaf 2035.

De voorlopige overeenkomst introduceert ook een emissieloze doelstelling voor stadsbussen tegen 2035, met een tussentijdse doelstelling van 90% reductie tegen 2030.

De overeenkomst, die in oktober door de EU-landen werd gesteund, zal nu ter goedkeuring worden voorgelegd aan de vertegenwoordigers van de lidstaten in de Raad en aan de milieucommissie van het Parlement.

De rechtse Europese Volkspartij (EVP), de grootste politieke partij in het Europees Parlement, steunde de overeenkomst niet en haar rapporteur Jens Gieseke zei dat "de Groenen en Sociaal-Democraten, gesteund door links en liberalen ... opnieuw trouw zijn gebleven aan hun verbodsideologie".

Een vrijstelling van de doelstellingen zal gelden voor fabrikanten van kleine aantallen en voor voertuigen die gebruikt worden in de mijnbouw, bosbouw en landbouw, door het leger en de brandweer, en in de civiele bescherming, openbare orde en medische zorg.

Vrachtwagens in de EU waren in 2021 gemiddeld 14 jaar oud, en de overgrote meerderheid reed op diesel, volgens gegevens die dit jaar zijn gepubliceerd door de Europese vereniging van autofabrikanten.