De gemiddelde prijs van nieuwe huizen in 100 steden steeg in maart met 0,27% op maandbasis, de grootste stijging sinds juli 2021, zo bleek uit gegevens van vastgoedonderzoeker China Index Academy. Dat is vergelijkbaar met een stijging van 0,14% op maandbasis in februari.

De Chinese vastgoedsector, een pijler van de economie, is sinds 2021 van de ene crisis in de andere beland, nadat een regelgevend optreden tegen een hoge hefboomwerking onder ontwikkelaars een liquiditeitscrisis veroorzaakte.

Een reeks stimulerings- en versoepelingsmaatregelen van lokale beleidsmakers hebben met moeite de verkoop gestimuleerd of de liquiditeit verhoogd.

Het stadsbestuur van Beijing heeft vorige week de regels voor de aankoop van een huis iets versoepeld door een regel in te trekken die particulieren verbood om binnen drie jaar na een scheiding een huis in de stad te kopen.

Het aantal steden met maandelijkse prijsstijgingen voor nieuwe woningen in maart bedroeg 43, een stijging van drie ten opzichte van februari.

Megastad Shanghai noteerde de hoogste prijsstijging van 1,09%, terwijl de noordoostelijke stad Changchun de sterkste daling van 0,68% liet zien.

De totale verkoop in waarde onder 100 vastgoedbedrijven daalde echter met 49,0% j-o-j in de eerste drie maanden van het jaar, wat aangeeft dat een ommekeer voor de sector nog niet in zicht is.

"De intensieve invoering van het vastgoedmarktbeleid kan leiden tot een geleidelijk herstel van het marktsentiment," aldus China Index Academy. "De daling van de verkoop van nieuwe woningen zal in het tweede kwartaal waarschijnlijk afnemen."