De obligatierente in de eurozone is woensdag gedaald nadat een lager dan verwachte Amerikaanse inflatie in juli de verwachtingen voor een renteverhoging met 75 basispunten door de Federal Reserve in september heeft getemperd.

De Amerikaanse consumentenprijsindex (CPI) bleef vorige maand onveranderd na een stijging van 1,3% in juni. Economen gepolst door Reuters hadden een stijging van 0,2% voorspeld.

De financieringskosten van Amerikaanse schatkistpapier daalden na de cijfers, waardoor de 10-jaars rente daalde tot 2,67%, terwijl de 2-jaars rente tegen 1520 GMT 15 basispunten lager stond op 3,13%.

De Europese obligatiemarkten volgden deze bewegingen, waarbij de Duitse 10-jaarsrente onmiddellijk na de cijfers met maar liefst 8 basispunten (bps) daalde. Na een korte terugwinning van een deel van de daling stond de rente om 1515 GMT 4 basispunten lager op 0,88%.

De Duitse tweejaarsrente daalde van ongeveer 0,61% voor de cijfers tot 0,506% en stond laatst op 0,52% of 5 basispunten lager.

De zwakkere Amerikaanse cijfers staan in contrast met de stijgende inflatie in de eurozone, die in juli opnieuw een recordhoogte bereikte. Nu de piek van de inflatie mogelijk nog maanden op zich laat wachten, staat de Europese Centrale Bank onder druk om in september opnieuw voor een grote renteverhoging te kiezen.

Uit gegevens van Refinitiv blijkt dat de geldmarkten de kans op een verhoging met 50 basispunten in september nog steeds bijna volledig inschatten. Maar ze gaan nu uit van 106 basispunten voor ECB-verhogingen in december, tegen 113 basispunten vóór de Amerikaanse cijfers.

"Er is genoeg verschil in inflatiedruk tussen de Verenigde Staten en de eurozone om ervoor te zorgen dat... de ECB-verwachtingen op korte termijn niet veel veranderen. Maar het is begrijpelijk dat de markt na de gegevens een iets lagere eindrente van de ECB heeft ingeprijsd", aldus Peter Mccallum, rentestrateeg bij Mizuho.

Toch was dat genoeg om de regionale obligatiemarkten te stimuleren, waarbij de 10-jaars rente in Italië, waarschijnlijk een van de meest kwetsbare landen voor een hogere rente, zeven basispunten daalde tot 2,98%.

De euro steeg met meer dan 1% ten opzichte van de dollar en bereikte een hoogste stand van $1,03465 in vijf weken, terwijl de pan-Europese aandelenindex STOXX 600 bijna 1% steeg, nadat deze aan het begin van de dag vlak was gebleven.

Ook de kredietmarkten stegen: de iTraxx Europe Crossover Index, die de verzekeringskosten voor Europese high yield obligaties meet, daalde tot 497 basispunten, tegen 516 basispunten voor de gegevens.