De rente op staatsobligaties uit de eurozone veranderde dinsdag weinig en bleef op een hoog niveau na een scherpe stijging vorige week, terwijl beleggers wachtten op de Amerikaanse inflatiecijfers van woensdag.

Het rendement op de Duitse 10-jaars obligatie, de benchmark van de eurozone, daalde met 2 bp naar 2,608%.

Het steeg vorige week met 24 basispunten en bereikte maandag het hoogste punt in vier maanden met 2,679%, een teken dat beleggers centrale bankiers steeds meer geloven als ze zeggen dat de rente nog wel even hoog zal blijven.

Er waren dinsdag weinig economische cijfers die de rendementen in de eurozone stimuleerden, aldus analisten. Een nauwlettend in de gaten gehouden enquête over het beleggerssentiment in Duitsland wordt later in de Europese ochtendsessie verwacht.

De belangrijkste gebeurtenis deze week is de publicatie morgen van de cijfers van de Amerikaanse consumentenprijsinflatie (CPI) voor juni, die waarschijnlijk van invloed zullen zijn op het rentebesluit van de Federal Reserve deze maand.

"De CPI morgen, daar wacht waarschijnlijk iedereen op, dat is het sleutelstuk voor de puzzel deze week," zei Lyn Graham-Taylor, senior rentestrateeg bij Rabobank.

Handelaren verwachten over het algemeen dat de Fed de rente op 26 juli met nog eens 25 basispunten zal verhogen tot een bandbreedte tussen 5,25% en 5,5%.

De markt denkt dat de Europese Centrale Bank verder moet gaan om de inflatie in de eurozone te beteugelen. De rente staat momenteel op 3,5% in het blok, maar uit de prijzen op de derivatenmarkten blijkt dat handelaren verwachten dat de rente begin volgend jaar zal stijgen tot een piek van 4% of meer.

Verwachtingen voor hogere rentes hebben de obligatierente de afgelopen weken opgedreven. Rendementen bewegen omgekeerd evenredig met prijzen.

De 2-jaars rente in Duitsland, die zeer gevoelig is voor renteverwachtingen, bereikte vorige week een hoogste stand in 15 jaar met 3,393%, waarmee de rente weer boven het niveau uitkwam van voor de duikvlucht als reactie op de bankencrisis medio maart.

De tweejaarsrente was dinsdag 1 bp hoger op 3,338%.

De 10-jaars rente van Italië bleef ongewijzigd op 4,364%. Beleggers zien de obligatie als de benchmark voor de landen in de eurozone die meer schulden hebben.

Het nauwlettend in de gaten gehouden verschil tussen de 10-jaars rente van Italië en Duitsland nam iets toe tot 174 basispunten.

De rente op obligaties met een langere looptijd steeg vorige week meer dan die op obligaties met een kortere looptijd, na een lange periode waarin de tegenovergestelde dynamiek overheerste.

Graham-Taylor zei dat één van de drijvende krachten hierachter "een beetje een onzekerheidspremie zou kunnen zijn omdat mensen niet weten wat er aan de hand is, dus vragen mensen een beetje meer rendement op deze lange data".

Gegevens van dinsdag toonden aan dat de Britse lonen in de drie maanden tot mei zijn gestegen in het op één na hoogste tempo ooit, waardoor de druk op de Bank of England blijft.