De obligatierente in de eurozone is dinsdag opgelopen in de aanloop naar belangrijke inflatiecijfers uit Europa en de Verenigde Staten deze week, die mede kunnen bepalen hoeveel de Europese Centrale Bank en de Federal Reserve de leenkosten dit jaar verlagen.

Eerst komen de Duitse cijfers over de consumentenprijzen op woensdag, daarna de cijfers voor de hele eurozone en op vrijdag de Amerikaanse cijfers over de persoonlijke consumptieve bestedingen, de beoogde inflatiemaatstaf van de Fed.

Analisten verwachten geen significante opwaartse verrassing in de inflatie van de eurozone om de ECB ervan te weerhouden de rente te verlagen wanneer zij op 6 juni haar beleid bekendmaakt.

"Wat kan de ECB ervan weerhouden om de rente volgende week te verlagen? Het antwoord is alleen 'grote verrassingen'," zei Christoph Rieger, hoofd rente- en kredietonderzoek bij Commerzbank.

"Zelfs een onrealistische sprong in de inflatiecijfers van deze week zou waarschijnlijk niet voldoende zijn."

Economen ondervraagd door Reuters verwachten dat de geharmoniseerde index van consumentenprijzen in de eurozone zal aantikken van 2,4% naar 2,5%, terwijl de kernmetingen stabiel zullen blijven.

Geldmarkthandelaren rekenen bijna volledig op een renteverlaging volgende week en ongeveer 60 basispunten monetaire versoepeling tegen het einde van het jaar, wat ten minste twee renteverlagingen van een kwart punt impliceert, met ongeveer 40% kans op een derde.

"Het is niet noodzakelijkerwijs wat de ECB volgende week doet," zei Peter Schaffrik, wereldwijd macrostrateeg bij RBC.

"Het gaat erom hoe ze de basis leggen voor wat daarna komt," voegde Schaffrik eraan toe, waarbij hij opmerkte dat ze drie renteverlagingen verwachten in 2024.

De Franse centrale bankchef Francois Villeroy de Galhau weigerde maandag een tweede renteverlaging uit te sluiten tijdens de vergadering van de ECB in juli, en zei dat het debat over hoe snel en hoe ver de verruiming na juni moet gaan, open blijft.

Andere beleidsmakers, waaronder hoofdeconoom Philip Lane van de ECB, namen een gematigder standpunt in, maar waarschuwden nog steeds dat een te late versoepeling het risico met zich meebrengt dat de inflatie onder het streefcijfer terechtkomt.

De rente in Europa daalde maandag na het commentaar, maar heeft zich dinsdag enigszins hersteld.

De Duitse 10-jaars rente, de benchmark voor de eurozone, steeg met 3,6 basispunten (bps) naar 2,582%. Maandag daalde de rente met 3,5 basispunten.

Het rendement op tweejaars Duitse obligaties, dat gevoeliger is voor veranderingen in de renteverwachtingen van de ECB, steeg met 2 basispunten naar 3,058%, na een daling van bijna 5 basispunten op maandag. Het rendement bereikte vrijdag 3,124%, het hoogste punt sinds medio november.

Dinsdag waren er weinig gegevens, hoewel uit een enquête van de ECB bleek dat consumenten in de eurozone hun inflatieverwachtingen vorige maand hebben verlaagd.

De 10-jaars rente van Italië stond 6,2 bps hoger op 3,895% en het verschil tussen Italiaanse en Duitse bunds nam met 3,25 bps toe tot 130,4 bps. (Verslag door Samuel Indyk, redactie door Ed Osmond en Gareth Jones)