De rente op obligaties uit de eurozone veranderde woensdag weinig, nadat uit gegevens bleek dat de inflatie in het valutagebied in maart afkoelde, waarmee de verwachting van beleggers dat de Europese Centrale Bank de rente in juni zal verlagen, werd gehandhaafd.

Uit de gegevens bleek

De inflatie kwam in maart uit op 2,4% j-o-j, na 2,6% in februari. Economen gepolst door Reuters hadden verwacht dat het percentage op 2,6% zou blijven, hoewel de bekendmaking van individuele landen in de voorgaande dagen op een iets lager cijfer wees.

De rente op Duitse 10-jaars obligaties, de benchmark voor de eurozone, daalde met 2 basispunten (bps) naar 2,388%, ongeveer waar het stond voordat de cijfers werden gepubliceerd. Rendementen bewegen omgekeerd evenredig met prijzen.

"We hebben de gegevens van de grote landen de afgelopen dagen al gekregen, dus het was vrij duidelijk hoe het cijfer voor de eurozone eruit zou zien, dus het was in die zin al verdisconteerd," zei Jussi Hiljanen, hoofd rentestrategie bij SEB.

"Wat de ECB-vergadering van volgende week betreft, zijn ze waarschijnlijk tevreden met de marktprijzen en is er geen dwingende reden om te proberen de markten in een bepaalde richting te sturen. Dus in die zin zou de vergadering van volgende week wel eens een non-event kunnen zijn."

Beleggers blijven een renteverlaging in juni als een bijna zekerheid beschouwen, volgens de prijzen op de geldmarkten.

De langetermijnrente is de afgelopen dagen gestegen doordat de economische cijfers van de VS sterker waren dan verwacht, waardoor beleggers hun kansen op grote renteverlagingen door de Federal Reserve dit jaar hebben verlaagd.

Gezien het belang van de Amerikaanse economie en het vergelijkbare inflatiepad in de twee economische zones, volgen obligaties uit de eurozone meestal hun Amerikaanse tegenhangers.

De rente op 10-jarige obligaties van Italië is de afgelopen dagen meer gestegen dan die van Duitsland, na een outperformance in het eerste kwartaal, en stond het laatst 3 bp hoger op 3,833%.

Het nauwlettend in de gaten gehouden verschil tussen de Italiaanse en Duitse 10-jaarsrente stond op 143 basispunten, een hoogste punt in een maand, na een laagste punt in twee jaar van 115 basispunten medio maart.

Het rendement op tweejaars Duitse obligaties stond 1 bp lager op 2,802%. Het rendement is gevoelig voor de renteverwachtingen van de Europese Centrale Bank en is dit jaar met 39 basispunten gestegen.

Beleggers wachtten woensdag ook op meer Amerikaanse cijfers, waaronder de ISM-enquête voor de dienstensector en een schatting van de particuliere banengroei in maart.

De ISM

productie-enquête

kwam maandag sterker uit dan verwacht, wat leidde tot een sell-off van Amerikaanse obligaties omdat beleggers hun verwachtingen voor een Fed-verlaging in juni herzagen. Obligaties uit de eurozone volgden dinsdag, waarbij de Duitse 10-jaars rente met 12 bp steeg.

De Amerikaanse werkgelegenheidscijfers van maart, ook bekend als nonfarm payrolls, zijn het belangrijkste datapunt voor de markten deze week.